vrijdag 27 juli 2012

Het laatste stukje

Een beetje zenuwachtig. Morgen zeilen we met A Small Nest de laatste 37 mijl van onze wereldreis van 35000 mijl... Van Nederland naar Nieuwpoort, heel dicht langs de kust... Met vlaggetjes in de mast en tranen in de ogen.

woensdag 18 juli 2012

AANKOMSTFEEST A SMALL NEST – 28 JULI 2012 vanaf 14 u

Op zaterdag 28 juli zetten we na 3 jaar en een volledige wereldomzeiling terug voet aan wal in België. Natuurlijk gaan we dat vieren! Met u!

Planning:

14u00  Afspraak aan het aankomstpunt. (Kaai 1, 8620 Nieuwpoort)

De vroege vogels kunnen ons van daaruit tegemoet wandelen langs de westelijke kade richting zee.

14u30 Binnenvaren van A Small Nest langs het staketsel van Nieuwpoort

15u00 Aanleggen van A Small Nest aan de vismijn van Nieuwpoort, waar de aanwezigen op een hapje en een drankje getrakteerd worden.

18u00 Einde kadefeest en vertrek van A Small Nest naar de jachthaven (VVW Nieuwpoort)

18u30 Barbecue (enkel op reservatie)

21u00 ... tot laat: een goed verhaal bij een goeie pint aan de bar van de jachtclub van VVW Nieuwpoort

Heel graag tot zaterdag en hartelijke groet,

Flor, Ward, Sepke, Haïke en Willem

Plannetje Aankomstplaats

dinsdag 17 juli 2012

Huisdieren

We hebben ze nooit gehad aan boord, huisdieren. Tot groot gemis van de kinderen. Een paar keer was het bijna zover. Een eenzaam katje dat de kinderen zagen zitten langs de kant van de weg in de Caraïben, een hond die van het strand naar ons toe kwam gezwommen in Fiji, een lollige parkiet in een dierenwinkeltje in Zuid Afrika en een grote dikke kakkerlak die door het raampje van Sepke binnen kon glippen in Tahiti… Enkel in het laatste geval vonden de kinderen me een held. In alle andere gevallen een norse spelbederver. Geen dieren aan boord. Teveel gedoe met douane en quarantaine. En dieren horen vrij te kunnen rondlopen en niet op een boot voor 27 dagen aan een stuk opgesloten te zitten terwijl die alle kanten op klutst.
Ik weet niet hoe het komt, maar plots zijn de kinderen er toch in geslaagd dieren aan boord te brengen. Misschien is het omdat we bijna thuis zijn. Of omdat ik veel meer tijd moet steken in het deftig plannen van een tocht want plots moet je rekening houden met getij en stromingen…  Of dat ik me wat meegaander opgesteld heb door de aanwezigheid van Opa. Maar, daar stonden ze plots in één van onze tupperware potten, in het midden van onze tafel: de kikkervisjes.
Het zag er allemaal mooi uit. Een vijftiental dikkopjes die lustig rond kwispelden in een bakje met een groen plantje dat wij vroeger ‘kikkerdril’ noemden, een paar blaadjes en wat stenen. En ik mee boven dat bakje: ‘kijk! die heeft al voorpootjes!’. De biologielessen van Meneer Dehaene kwamen helemaal terug.
Enfin, wij met die dikkopjes door dat Caledonisch kanaal. Alles rustig, alles vlak, dus die beestjes hadden het prima naar hun zin in hun tupperware aquarium. En ook de kinderen genoten ervan om de evolutie van die beestjes te zien. Zelf geef ik het ook niet graag toe, maar ik hing toch ook drie of vier keer per dag met m’n snufferd boven die plastic doos.
Op het einde van het Caledonisch kanaal, in Inverness, hebben we afscheid genomen van Opa, die met het vliegtuig na drie weken aan boord, terug naar huis vloog. Ook een heel makkelijk en leuk huisdier was hij eigenlijk. En een leerrijk huisdier, want elke dag kregen de kinderen Franse en Latijnse les van Opa. En ze vonden het bijzonder leuk.
‘s Anderendaags zijn we uit de laatste sluis gevaren van het Caledonisch kanaal. De boot kwam weer een centimeter hoger op het water te liggen door de overgang van zoet naar zout water, en plots kregen we weer te maken met het onstuimig karakter van de open zee.
Een paar uur voorbij Inverness kregen we opnieuw klappen. Een woelige en verwarde zee. Ward en Flor werden zeeziek en Haike werd zwaar zeeziek. Alle drie lagen ze met een emmertje binnen handbereik in hun bed. Sepke was OK, maar die lag het liefst van al in haar bed met een boekje, dus ik stond me buiten in de ijzige koude vast te houden aan het slingerende schip. Al snel bleek bovendien dat binnenlopen in onze geplande tussenstop (Buckie) niet mogelijk was omwille van de wind en te grote golven aan de haveningang, dus moesten we wel verder… Ellendig was het.
En dan werden we getroffen door zo’n grote golf dat de dikkopjes uit hun tupperware aquarium geklutst werden. Miljaardedju! Daar zat ik dan op handen en voeten. Met verkleumde vingers de spartelende dikkopjes van de kuipvloer te redden en me af te vragen waarom ik van het principe ‘geen huisdieren’ afgeweken was. En ik dacht ook: ‘hé! deze hier krijgt ook achterpootjes!’, ‘zou ik een gemalen zeeziektepilletje in hun water doen?’, en ‘of een droog koekje?’…  Hetzelfde scenario deed zich nog een keer of twee voor. De rust keerde pas terug toen we de haven van Peterhead binnenvoeren. De rest van de bemanning keerde ook terug uit hun warme bedjes en waren meer geïnteresseerd in de kikkervisjes dan de kapitein die 13u weer en ijskoude wind had gestaan en in een ijspegel veranderd was.
We zijn nu nog eens 150 mijl verder, in Newcastle. Slechts 1 dikkopje heeft die wilde tocht niet gehaald (de broertjes en de zusjes vonden dat blijkbaar niet zo erg want ze hebben hem vrolijk opgegeten). Maar het grote nieuws is: er zit nu een volwaardig uitgegroeide kikker op een steen boven het water in de tupperware pot!  Ik leef in doodsangst dat de kinderen morgen suikerbonen zullen willen trakteren aan de hele jachthaven.
03072012dikkopjesIMGP0475

maandag 9 juli 2012

A SMALL NEST ON LOCH NESS

A Small Nest anchored on Loch Ness. Everything quit, no sign of Nessie…
Small Ness


zaterdag 7 juli 2012

Oban, Schotland, 28 juni tot 2 juli

De tocht tussen Port Ellen en Oban heeft iets magisch. Er staat geen wind en het is mistig als we iets na de middag vertrekken. We verwachten pas rond 23u in Oban aan te komen, maar hier worden je vertrek en aankomsttijden gedicteerd door het getij. En het is lang licht, dus dat is geen probleem.

We varen door de Sound of Jura, en nadien door de beruchte Sound of Luing. Het nauwste en moeilijkste punt doen we in potdichte mist terwijl we aan meer dan tien knopen langs rotsen schieten. Op de radar zien we een andere boot naderen en blijkbaar ziet hij ons ook want hij begint te toeteren. We antwoorden ook met onze toeter. We zien elkaar pas als we vlak bij elkaar passeren. De stress wordt eraf gezwaaid, zowel bij hem als bij ons.

In Oban leggen we ons aan een boei. We zijn ingeduffeld in een dikke laag mist en het is opvallend hoe rustig het is.

Stilte voor de storm is het, ja!

Wat volgt is wellicht één van de meest levensbedreigende passages op deze wereldreis geworden.

Vijf van mijn heftigste thuis- en feestvrienden komen de 3 jaar dat we elkaar gemist hebben op 3 dagen tijd inhalen.  Drie dagen grote feestvreugde in het achterkeukentje van het appartementje dat ze gehuurd hebben en dat omgetoverd werd tot een pokerhol. Drie dagen “all in”, niemand die wou “folden”.  Drie dagen Oh Oh Oban. Drie dagen om nooit te vergeten maar waarin bij alle zes de gebeurtenissen van dag één zullen gemixt zijn met dag twee en drie. Drie dagen om te beseffen dat je maar drie minuten nodig hebt om na drie jaar even goeie vrienden te zijn.

min moaten

Min moaten, min moaten, ik zie under hirne”

Wanneer ze vertrekken slaat het bij me in als een bom. Het weerzien was zoveel intenser dan het afscheid nemen. Het is niet meer lang voor we elkaar weerzien. We zijn bijna thuis.

donderdag 5 juli 2012

Port Ellen, Isle of Islay, Schotland, 25 tot 27 juni 2012

Genoeg stormen gehad in Belfast. Eigenlijk ook genoeg regen gehad. We krijgen hier een bijzonder zware inburgeringscursus vooraleer we terug naar het Belgisch weer keren. De regen valt met bakken uit de lucht, het is koud, het regent en het is koud.
De hygrometer in de boot toont 90 procent aan. Alles wordt wakkig. En het regent en het is koud.
Bon, twee uur voor hoog water varen we uit het haventje van Bangor en varen we in zo recht mogelijke lijn naar Port Ellen. We moeten daarvoor rond de legendarische “Mull of Kintyre”. Hier is menig schip van de Spaanse Armada aan het sukkelen geraakt om later langs de kust van Ierland te pletter te slaan. Als de stroming en de wind hier tegenover elkaar staan, kan het hier spoken.
Wij varen er rustig langs. Op motor, met een dikke twee knopen stroming in de rug. Gelukkig regent het en is het koud. Anders was er geen f*-k uitdaging aan. De hele dag zit ik in dat rotzeilpak, met rotbotten en een rotmuts aan. Ja, dat rond de wereld zeilen vergt het uiterste van een mens. Zeilen in regen en koude. Man, man, man.
Enfin, als we de natuurlijke haven van Port Ellen binnenvaren klaart het weer helemaal op. De zonsondergang is magistraal. We krijgen te horen dat het jachthaventje tjokvol ligt, dus we pikken buiten een mooringboei op waar 2 mooie vogeltjes zaten. Mooie kleine sterntjes.
De rest van de avond hebben we dat koppel sterntjes in de gaten kunnen houden. Er liggen namelijk ongeveer 12 boeien. Op elke boei woont een koppel sterntjes. Het koppeltje die wij van hun boei gejaagd hebben door ons eraan vast te maken vliegt nu een beetje wanhopig rond. Telkens ze proberen op een andere boei te gaan zitten, worden ze luid krijsend door het inwonend koppeltje weggejaagd. Het zou me niet verwonderen dat het dakloos vrouwelijk sterntje nog eens zwanger zou geweest zijn van een Jezus-ei.
Bon, we hebben Ierland dus achter ons gelaten. Schitterend land, fantastisch volk, de beste voetbalsupporters ter wereld, heerlijk groen, maar koud en nat. Nu we in Schotland zijn, kunnen we zeggen dat het ook van dat is. En dat de sterntjes iets minder gastvrij zijn ten opzicht van elkaar.
“This is a perfect day for whisky tasting” zegt onze proef-gids van de Laphroaig distillery. Mijn vader en ik zitten naast elkaar in een zetel nadat we 7 pound neergeteld hebben om 4 whisky’s te proeven. Op een regendag als deze wellicht de beste beslissing ter wereld. By the way: het is ook koud, buiten. Binnen rollen de beste whisky’s ter wereld over onze tong, krijgen we een uitstekende rondleiding door het hele distilleerproces (ik ben zo enthousiast dat ik er nu zelf mee wil beginnen) langs kiemende gerst en brandende turf… Aaaah… We zijn zelfs eigenaar geworden van 3 vierkante voet van hun eigendom…
Buiten: regen en koud, binnen in het lijf: geestrijk en warm. Laphroaig forever!
En omdat dit zo’n leuke eindzin was, zeg ik nu niks meer over de magische tour die we verder rond het eiland Isle of Islay hebben gedaan, de Vikings- en whisky geschiedenis die we meegepikt hebben. Ga er zelf eens heen. Meer dan de moeite waard. En weet: zelfs in de zomer is het nat en koud, maar ze hebben iets gevonden ter compensatie!



Bon, de trouwe lezers van de blog wil ik nog even een gouden tip van de hand doen. Zo’n basisfles single malt Laphroic kost snel meer dan 30 euro. Er is echter een uitstekende ‘blended whisky’, die de ‘overschotjes’ gebruikt van de topdistilleries van Isle of Islay (Lagavullin is er, naast Laphroaig, bijvoorbeeld ook eentje van). De naam is ‘Black Bottle’ voor minder dan de helft van de prijs van zo’n single malt. Bijzonder goeie blend!