woensdag 27 april 2011

De highlights van de voorbije weken, ergens onderweg tussen Mooloolaba en Pancake Creek

Opa

Het was fantastisch om Opa op bezoek te hebben. Het was een jaar geleden toen we hem voor het laatst gezien hadden, toen hij met oma voor 18 dagen aan boord verbleef in de Caraiben. Hij heeft zijn record aan boord verbroken met één dag. De tijd is voorbij gevlogen.  Het deed vreemd aan hem te gaan afzetten in het station van Bundaberg. Het zal wel weer een paar maand duren vooraleer we weer eens bezoek zullen hebben. Plots was het evenwicht op de boot ook weer anders. Het was terug wennen zonder Opa erbij. Telkens we aan tafel zaten, ging het erover wat Opa nu zou zeggen, eten of drinken.

Op de vraag wat hij het meest miste aan boord van A Small Nest zei hij: “ruimte”. We zijn intussen wel gewoon geworden op een beperkte ruimte met ons vijven te leven en niks bij te houden wat we niet nodig hebben. Alles wat veel ruimte inneemt of teveel weegt en niet nodig is, gaat eruit. Boeken worden na lezen gewisseld of achtergelaten in het boekenrek van een marina, we kopen niks meer wat we niet nodig hebben en als we merken dat we iets niet meer gebruiken, dan gaat het van boord en zoeken we iemand die er wel blij mee kan zijn. Materiële onthechting is het afgelopen anderhalf jaar onze gewoonte geworden en maakt ons leven bijzonder simpel. Ik kan goed begrijpen als je bijzonder gehecht bent aan veel dingen rond je, dat ruimte iets is wat je mist op een boot. Toen ik in Brisbane alle koffers zag staan die Opa met zich mee had gebracht, sloeg mijn hart een paar tellen over. We dachten dat het nooit in de boot zou passen.  Maar het is gelukt om Opa en al zijn bagage en cadeautjes voor ons netjes in de boot gepast te krijgen.

Het begrip “ruimte” op een boot heeft trouwens twee verschillende aspecten. Je hebt de “fysieke ruimte” en de “psychische ruimte”. Als er geen overvloed is aan “fysieke ruimte” is het belangrijk om elkaar veel “psychische ruimte” te kunnen geven.  Vooral dat hebben wij moeten leren toen we vertrokken. Niet op elkaars lip zitten, de anderen hun psychische ruimte gunnen. En dat vonden we allemaal opmerkelijk aan het bezoek van Opa. Hij gunt de mensen rondom zich veel psychische ruimte. En ook hij is graag af en toe alleen op zijn kamer. Helemaal geen last gehad samen gedurende die 18 dagen, Opa is een makkelijke om mee te hebben aan boord. Het samenleven verliep vlotjes. Hij doet mee als iedereen mee doet, gunt iedereen de rust als dat nodig is.

Het bezoek van Opa heeft ook voor een technologische update gezorgd aan boord van A Small Nest.  Hij had een Ipad meegebracht voor Haïke en een Ipod voor Sepke. Haikes speelgoed wordt door iedereen angstvallig van me weggehouden vanwege “inpikgevaar”. Sepke is een paar jaar verder in haar puberteit geslingerd en trekt zich graag terug met haar Ipod om mailtjes te sturen naar vrienden en vriendinnen.

Ook bijzonder genoten van de culinaire geneugten met de passende wijn, met opa.

Fraser Island

Fraser Island hadden we al bezocht in onze tocht naar Sydney, maar het was de moeite om nog eens te doen. Opa, Mads en Elin (Go Beyond) hadden het immers nog niet gezien en zo’n dagtocht in een 4x4 is te leuk om niet nog eens te doen.  Schitterende rondrit gemaakt. Slechts 1 valse noot. De politie van Brisbane vond het nodig om brave toeristen als ons het leven zuur te maken en controles te houden op het strand. We werden aan de kant gezet en gesanctioneerd met 600 dollar (!!!) aan boetes. Mads, die achter me zat, en Ward hadden hun veiligheidsgordel niet aan. Mads mocht 300 dollar betalen en ik, als chauffeur en vader van Ward, kreeg ook een boete van 300 lappen. Wraakroepend vond ik het. OK, de boetes waren terecht, maar de bedragen zijn buiten proportie.  Australiërs hebben ook hun kleine kantjes.

Een half uurtje later hebben we in het midden van het bos van Fraser Island eens goed alle frustratie uit ons lijf gebruld. Mads in het Noors, ik in het Nederlands. Als één van die flikken het had kunnen horen én begrijpen was hij wellicht terplekke in hartstochtelijk huilen uitgebarsten en rijp voor de psychiatrie.

Het valt me trouwens op hoeveel moeilijker ik het vind om me te plooien naar regels. Tenminste, een teveel aan regels of regels die onnozel zijn in mijn ogen. Natuurlijk zijn er regels nodig in een samenleving. Maar het gevoel van vrijheid en weg te zijn van alle controle en regels is op zijn hoogst op een zeilboot. Op een zeilboot heb je je eigen regels. Als je het ergens niet aanstaat, ben je er weg. Je bent je eigen (ei)land waar niemand anders zich komt moeien. In Australië zou ik nooit kunnen aarden, hoewel het een fantastisch land is. Teveel regels en te rigide. Ze onderhouden hier bovendien een “klikmentaliteit”. De overheid roept hier op om, als je je buurman of iemand iets verkeerds ziet doen, dit te melden op een kliklijn. Het kan er bij mij niet in.

Ondertussen heb ik hier een stapeltje boetes liggen. Ze zijn alles bij elkaar geteld iets minder dan 1000 dollar waard. En waar moet ik voor boeten: één keer 5 kilometer per uur te snel gereden, één keer 10 kilometer per uur te snel gereden (op een baan waar die flitspaal wellicht de enige technologie was in 20 kilometer omtrek en waar er verder niks was) en de debiele boete op het Fraser strand. Ik mag nog van geluk spreken dat ik slechts een waarschuwing kreeg om te snel te varen op een breed en druk kanaal in Gold Coast en niet de gangbare 200 dollar.

Klussen voor de terugreis

De voorbije weken hebben we ook een uitgebreide klussenlijst afgewerkt. We hebben onze Weber barbecue vast geïnstalleerd op het achterdek, de winches kregen een onderhoud, de batterijen zijn gecheckt en bijgevuld, alle pompen aan boord kregen een onderhoudsbeurt, de automatische piloot en de stuurinrichting werden gecheckt, we hielden een grote kuis, de zeilen kregen een onderhoudsbeurt, de rigging werd gecheckt, de frigo’s kregen een check, enzovoort, enzovoort… Allemaal om ons klaar te maken voor de lange terugtocht. A Small Nest moet in topshape zijn om het komende jaar de terugtocht naar België tot een goed einde te brengen.

We hebben trouwens beslist om via Zuid Afrika terug naar huis te zeilen. Dat is zo’n 12000 mijl extra zeilen tov de route via de Golf van Aden en de Rode Zee, maar we willen graag de wereld gerond hebben op eigen kracht in onze eigen boot.

Momenteel ziet onze terugweg er dus als volgt uit:

Indonesië (Timor tot Bali)  (juni/juli/augustus 2011) - Christmas Island (Australië)  (augustus/september 2011) - Cocos Keeling (Australië) (augustus/september/oktober 2011) - Chagos Archipelago  (september/oktober/november 2011) - Mauritius (oktober/november 2011) - La Reunion (oktober/november 2011) - Zuid Afrika (november/december 2011 /januari/februari 2012) - Sint Helena (februari / maart 2012) - Ascenscion (februari / maart 2012) - Brazilië (maart/april 2012) - Caraiben (maart/arpil/mei/juni 2012) - Europa (mei/juni/juli/augustus 2012).

De wilde tocht naar Lady Musgrave

De tocht van Bundaberg naar Lady Musgrave is er eentje van 55 mijl (100 kilometer). Perfect haalbaar om overdag te varen. Het weerbericht belooft een aangenaam en rustig tochtje, en dan sluipt er wat nonchalance in onze voorbereiding. De dinghy wordt wel op dek gehesen en de buitenboordmotor netjes opgeborgen in de bakkist, maar het plooifietsje dat eerst in de bakkist moet vóór de buitenboordmotor stond nog op de kade. We hadden geen zin om die motor er nog eens uit te hijsen, dus zwierden we dat plooifietsje gewoon in onze kuip. Het zou toch een rustig tochtje worden.

Bij het eerste daglicht gooiden we de lijnen los en voeren we met Go Beyond in ons kielzog Bundaberg buiten. Sea Level kwam een half uur later buiten. We hielden een vis-competitie. Wie de grootste vis kon vangen moest niet koken, vanavond. De wind wakkerde aan en we stoven met volle zeilen naar onze bestemming. De wind bleef maar aanwakkeren en omdat het weerbericht minder wind voorspeld had, wachtten we nog wat met reven. We stoven door de woelige zee aan 9 knopen. Hard en wild ging het eraan toe. Een grote golf spoelde over het voordek en op dat moment beseften we dat het luik van slaapkamer nog open stond. Zeiknat was ons bed, tenminste, mijn kant was dat. Er zijn blijkbaar dingen die we nooit leren.

Dat plooifietsje schoof intussen van links naar rechts en stond geweldig in de weg. Sea Level was het eerste slachtoffer van het natuurgeweld. Genua gescheurd en moest terugkeren naar Bundaberg. Bijzonder jammer.  Zij aan zij met Go Beyond gingen we verder naar ons doel. We voeren gedurende uren door een gigantische squall. De wind minderde niet en een paar keer sloegen we uit ons roer door te grote golven. Reven. Met een rif in het grootzeil en een dubbel gereefde genua was de boot weer onder controle en bleven we door de golven vooruit schieten. Op sommige momenten was het zicht minder dan vijftig meter door de striemende regen.

In al dat natuurgeweld kregen we nog een mooie tonijn aan de haak. We hebben er zelfs geen foto van genomen, zo ellendig waren de omstandigheden…

Het binnenvaren van de pas om in het atol van Lady Musgrave te geraken was angstaanjagend. We kwamen op halftij aan en door de harde wind en het uitgaande tij stond er een stroming van vijf knopen. Een bijzonder nauw pasje bovendien. Mijn hart klopte in m’n keel. Go Beyond (die eerst aangekomen waren) was wat blijven cirkelen voor de ingang, en wachtten netjes af tot wij zonder kleerscheuren door de pas waren geraakt.

Twee dagen later hebben we pas ten volle van het atol van Lady Musgrave kunnen genieten. De wind was gaan liggen en de zon was erdoor gekomen. Bijzonder leuk pirateneilandje is dat en we genoten van het snorkelen in het helder blauwe water langs koraal en tussen de kleurrijke visjes. Wat was dat lang geleden en wat hadden we dat gemist!

Ook Stamper, een Nederlandse boot met Rob en Mieke die al vijf jaar onderweg zijn, kwam naast ons liggen en leerden we wat beter kennen.

Op dag vier moesten we gaan lopen voor het aankomende rotweer en zochten we beschutting in Pancake Creek, na een snelle oversteek van vijftig mijl. Onderweg hadden we weer een tonijn aan de haak en lieten de condities wel toe om wat foto’s ervan te nemen.  Die dikke tonijn kwam geweldig van pas om een Paasdiner op onze boot te organiseren. Met 13 man hebben we ervan gegeten op onze boot (en er was zelfs nog over). Het was een heerlijk paasfeest met onze vrienden van Go Beyond, Sea Level, Endless Summer en Stamper.

The lighthouse of tragedy

Vanuit Pancake Creek kan je een mooie wandeling maken naar de vuurtoren van Bustard Heads. Die vuurtoren is enkel te voet bereikbaar en te vinden door de bovengrondse elektriciteitskabel te volgen die erheen loopt. Onderweg liepen we de vuurtorenwachter tegen het lijf en die animeerde onze tocht met geweldige verhalen over de vuurtoren, die ook wel “the lighthouse of tragedy” genoemd werd. Vermoorde vrouwen, gekantelde boten, verdachte overlijdens, hartaanvallen in het gezelschap met veel jongere dames, het was er allemaal bij. En tijdens onze aanwezigheid gebeurde bijna nog een nieuwe ‘tragedy’. Ik liet mijn vlieger op om een luchtfoto te nemen van de vuurtoren. De vuurtorenwachter was er niet helemaal gerust in en waarschuwde voor de enige (niet geïsoleerde) elektriciteitslijn die de vuurtoren van zijn nodige energie voorzag. De wind was stevig en constant dus maakte ik me niet al teveel zorgen over de vlieger. Toen de vuurtorenwachter Jim en Haike iets wilde tonen en zijn rug draaide, gebeurde het. De vlieger maakte een scherpe bocht naar rechts en dook, met de camera eronder bengelend, recht naar die ene elektriciteitslijn. Het was alsof de duivel ermee gemoeid was. Jim zag het in zijn ooghoek gebeuren en deed een schitterend werk om de vuurtorenwachter af te leiden. Op een haar na miste de vlieger de elektriciteitskabel en crashte in het veldje erachter. Nog voor ik over het heuveltje gelopen was om de vlieger snel op te bergen, had Ward de vlieger al vast, lanceerde hem opnieuw en het eigenzinnige ding vloog weer recht naar die elektriciteitskabel. Man, man, man. Nog nooit zo snel een vlieger weer beneden gekregen. “We zijn hier aan een ramp ontsnapt” was het enige wat Jim, Haïke en ik konden uitproesten in onze slappe lach, wat later. De vuurtorenwachter stond wat verder lichtjes paranoïde toe te kijken.

IMGP6670

zondag 24 april 2011

Vrolijk paasfeest vanuit Pancake Creek in Australië

  IMGP6512 IMGP6517 IMGP6519 IMGP6522

Er zit veel tonijn in de Australische wateren ten noorden van Bundaberg (of ik heb een superaasje gekocht). Op onze tocht van Bundaberg naar het pirateneilandje Lady Musgrave hebben we een mooie tonijn binnen gehaald, en drie dagen later op de zeiltocht van Lady Musgrave naar Pancake Creek hebben we er nog een grotere gevangen. In de frigo ligt wellicht 5 kilo gefileerde (!) tonijn.

Ons paasmenu ziet er dus vandaag als volgt uit:

Ontbijt: pannekoeken in Pancake Creek

Middagmaal: tartaar van tonijn met een paasslaatje

Paasdiner: tonijnsteaks en tonijnfilets op de barbecue (alle boten in de kreek zijn uitgenodigd en brengen de garnituur mee)

Morgen eten we tonijnsla.

En ik heb me voorgenomen de blog eens aan te vullen van de voorbije weken, want er valt veel te vertellen. Tot later!

IMGP6523

maandag 18 april 2011

GuSt Op Zee: Australië: voor en tegen

GuSt Op Zee: Australië: voor en tegen: "Australië heeft zo z'n voor en z'n tegen. Erg duur en strenge regels overal... Niets voor mij. Overigens vriendelijk volk, (uiterlijk) open ..."

zondag 10 april 2011

Garry’s Anchorage, Great Sandy Straight

De ‘Wide Bay Bar’ was bijzonder rustig bij het binnenlopen. Het klutste wel een beetje in de wasmachine, maar niets dat we nog niet hadden meegemaakt. We waren er precies op tijd en er stond weinig wind. Makkie. Ondertussen geankerd in Garry's anchorage. We liggen vlakbij het grootste zandeiland ter wereld, Fraser Island.

Korte verkenningstrip met de dinghy om onze ‘crab pot’ uit te zetten in de hoop morgen een dikke krab op het menu te hebben. Ward en Flor wilden graag naar het strand dus die waren mee in de Moo. De verkenningstrip leerde ons ook het volgende. Er zitten dingho’s op Fraser Island en die zagen we lopen langs de waterlijn. Een soort wilde honden, die, als ze hongerig zijn, wel eens een kind durven aanvallen. Gelukkig hadden we Ward en Flor nog niet op het strand afgezet alvorens de krabbenvallen te zetten. Tweede leerzaam feit: toen we aan land gingen, zagen we een waarschuwingsbord. Pas op voor de krokodillen hier!

Huh? Krokodillen?

We weten dat we ten noorden van Bundaberg heel erg moeten opletten voor de zoutwaterkrokodillen. Bijzonder roofzuchtige dieren die het op de mens gemunt hebben. Maar hier? Blijkbaar zakken die dieren steeds zuidelijker… Op het bord stond dat we best 50 meter van de kustlijn bleven, heel goed moesten opletten bij het stranden of te water laten van de dinghy, en waakzaam zijn als je vis kuist in de buurt van het water…

Ward en Flor bleven gewoon bij ons en waren iets minder happig om alleen op het strand te blijven….

Morgen nemen we Opa mee op wandel. We gaan Fraser Island verkennen.

zaterdag 9 april 2011

Van Mooloolaba naar de Great Sandy Straight

Vannacht om 3 uur gooien we de trossen los en zeilen we naar de Great Sandy Straight. Om in die Great Sandy Straight (een soort binnenweg richting Bundaberg), moet je vanuit de zee een zandbank oversteken. Een zandbank die surf-golven kan veroorzaken.

We hebben een week in Mooloolaba verbleven omdat het weer bijzonder stormachtig was. Vannacht is het het eerste moment dat de wind wat vermindert. De golven zullen wel nog hevig zijn, maar we willen vooruit. We zouden graag met Opa naar Fraser Island gaan.

Vandaar dat onze timing perfect moet zijn. Om 3 uur vertrekken we in Mooloolaba en we schatten in dat we één uur voor hoog water aan die beruchte Great Sandy Straight zullen zijn.  Is de timing niet correct, dan kan je iets voor hebben zoals deze collega (en daar passen we liever voor):

bellewbay

Vandaag gaf de Coast Guard ons de coördinaten door die we moeten bezeilen om door die pas te geraken. De man van de Coast Guard was bijzonder behulpzaam. Hij zei dat het ruw zou zijn, maar iets minder ruw dan vandaag. Ze noemen het stuk "The Washing Machine”, wees dus maar voorbereid, zei hij nog.

zaterdag 2 april 2011

En nu terug serieus.

We hebben Gold Coast achter ons gelaten. Het was een bijzonder aangenaam verblijf in de marina van Mike en Colleen in Hope Harbour. Het werd een beetje onze uitvalsbasis om de boot uit het water te laten halen, mijn verjaardag te vieren, op en af naar Brisbane te rijden, en te wachten op een goed getij om de binnenweg tot in Brisbane te nemen. Het gezelschap van Sea Level, Go Beyond en Endless Summer was bijzonder leuk.

Samen met Opa huurden we een auto om gedurende twee dagen op en af naar Brisbane te rijden. Onderweg stoppen we telkens in de Ikea, het nieuwe mekka van Opa. Door zijn 40 daagse verblijf op het Zweedse schip Oberon is hij fan geworden van de Zweedse keuken. Hij slaat zijn voorraad Kalles Kaviar in tube in, met een stapel knakkebrod en diverse soorten haring. We gaan ook twee keer eten in het restaurant (de obligate gehaktballen, de gemarineerde zalm, de inktvisjes, …). Flor drinkt zich een indigestie aan frisdranken omdat je er gratis mag bijvullen.

Op 1 april is het getij eindelijk hoog genoeg om met onze 2,1 m diepe kiel door het ondiepe kanaal te kunnen varen tussen Gold Coast en Brisbane. Go Beyond vaart met ons mee. Zij steekt 5 cm dieper, dus stellen we haar voor om voorop te varen. Een paar maand geleden deden we dezelfde weg, maar in omgekeerde richting achter Sea Level aan (http://asmallnest.blogspot.com/2010/11/spit-gold-coast-queensland-australia.html). Het getij was ditmaal iets minder hoog en we hadden slechts een paar centimeter onder de kiel bij het passeren van het ondiepste stuk. Go Beyond raakte even de grond maar was onmiddellijk weer los.

Opa genoot van het avontuur. De “Mo Joengens toch”, en de “Wel Wel Wel”’s werden meermaals herhaald.

Onze passage was om 5u30 begonnen in Hope Harbour Marina. Twee uur voor hoog water waren we aan het eerste punt met ondiepe passages. Drie uur later waren we in Moreton Bay. De wind blies 20 knopen en wat gebeurt er dan met twee zeilboten die een stressvolle ondiepe passage goed hebben doorgemaakt? Die beginnen te racen met elkaar. Eerst met weinig wind (Mads en Elin van Go Beyond op kop), en dan stak de wind op (Small Nest vloog vooruit)… We beslissen door te varen tot aan de Tangalooma Wreck Anchorage, een race ’je van een paar uur. Het is genieten hoe A Small Nest en Go Beyond aan elkaar gewaagd zijn. Een paar keer moeten we uitkijken niet tegen elkaar te varen. En dan komen er een paar “squallls”, hevige wind en stortbuien over. Regen bakken uit de lucht, wind tot 25 knopen, soms wat meer. Daar houdt onze boot van, ze vliegt vooruit en we winnen de informele race.

De ankerplaats van Tangalooma Wrecks lijkt helemaal niet meer op deze die we een paar maand geleden bezochten. De wind en de stroming maakten er een klutsgat van. Een rottig nachtje deed ons besluiten om verder te varen. Dit hadden we immers al gehad (en een stuk beter) ( http://asmallnest.blogspot.com/2010/11/tangalooma-moreton-island-australia.html )

We lieten Go Beyond er achter en voeren naar Mooloolaba.

Mooloolaba. Wat een heerlijk plaatsje. Haike en de jongens gaan onmiddellijk bodyboarden in de fantastische golven, Opa en ik gaan samen  2 kilo vers gevangen ‘prawns’ en een dozijn oesters kopen, terwijl Sepke haar beginnende puberteit in haar rustige eentje kan botvieren op de boot met luide muziek en het schilderen van een stilleven. Bij het avondmaal (de volledige 2 kilo reuzegarnalen  met rijst) wordt meermaals gezegd: “meer moet dat niet zijn”…

Ik kan het alleen maar beamen. Geen idee wat het meer moet zijn.

vrijdag 1 april 2011

Geweldig nieuws !!!

Vandaag kunnen we jullie met bijzonder grote vreugde melden dat Brussels Airlines besloten heeft om onze terugreis te sponsoren!

We hebben de beslissing genomen om via Zuid Afrika naar huis te varen. Om die vele extra mijlen te verzachten hebben we naar een manier gezocht om in onze terugtocht iets in te bouwen waar we naar uit kunnen kijken. We zullen Kerstmis en Nieuwjaar in Zuid Afrika vieren en dat zouden we bijzonder graag met onze vrienden en de trouwe lezers van de blog vieren.

Vandaar dat we Brussels Airlines bijzonder dankbaar zijn omdat ze besloten hebben om ons 100 vliegtuigtickets van Zaventem naar Kaapstad te schenken. De afreis is op maandag 26 december 2011 en de terugreis op 7 januari 2012.  Enige voorwaarde is dat er vandaag moet geboekt worden.

We kijken er enorm naar uit om samen met jullie oudejaarsavond te kunnen vieren. Voor de rest zijn jullie vrij te doen wat jullie willen met die reis.

Oma neemt de organisatie van de tickets voor haar rekening. First in, first served. Ze is tot 18u bereikbaar op +32 50 35 77 55.