Internet
Als er ooit een wiskundige sleutel moet gevonden worden om het unieke karakter van een eiland te definiëren, dan zal die omgekeerd evenredig zijn met de snelheid van het internet. En Rodrigues is bijzonder uniek. Het internet is hier van zo’n aard dat je er als een gek van wegloopt, maar wat je ondertussen rond je ziet is fantastisch. Bloggen is op zo’n momenten het laatste waar je mee bezig wilt zijn, en onder je vel blijft een wat knagend schuldgevoel zitten om jullie te laten wachten op nieuws…
De entree
‘s Ochtends vroeg lopen we binnen door de zuidelijke pas van Port Mathurin. Het is een gevaarlijke pas, en je moet twee lichten in lijn houden om niet op het rif te lopen. De kaarten kloppen niet, het is dus op zicht te doen. Die twee lichten zijn zo goed verstopt en de golven zo hevig, dat we ze nooit zien. Traag en op het gevoel varen we die pas door en vinden dan het kanaal naar de haven. We leggen ons vast naast Go Beyond aan de betonnen kade en krijgen vervolgens een processie van ambtenaren over de vloer. Nog nooit zoveel papierwerk moeten invullen. Politie, quarantaine, immigratie, douane en de coast guard: allemaal met z’n twee en een pak papier. Maar het deert niet, het zijn allemaal bijzonder leuke en vriendelijke mensen. Vrolijk volk, hier.
De ankerbaai van Port Mathurin
Het sfeertje aan de kade is ook bijzonder aangenaam. In de ankerbaai en aan de kade liggen een tiental jachtjes. Allemaal wereldzeilers die rond de Zuid-Afrikaanse Kaap zullen varen. Allemaal wereldzeilers die net een van hun zwaarste oversteken te verwerken hebben gekregen. En niemand klaagt, het is allemaal ‘part of the job’, spannend en uitdagend. Het gezelschap bestaat uit 3 solozeilers (de Est Uku van Temptation 3, de Amerikaan David van Shearwater en de Amerikaan Bob van Armido) ; 3 Duitse boten (Symi, Momo en Thule); het leuke Nederlandse koppel Ben en Annemiek op de Blauwe Pinquin, onze Noorse buddies van de Go Beyond en wij. Iedereen staat gezellig op de kade met elkaar te kletsen.
Op een avond houden we voor een hele bende een grote ‘Wahoo Barbecue” op onze boot en de Go Beyond. Het mondt natuurlijk uit in een té gezellig feestje en ‘s anderendaags hebben de meesten heel kleine oogjes.
Mauritius Pride
De jachtjes mogen de haven van Port Mathurin terug binnenvaren
nadat de Mautitius Pride zich aan de kade heeft vastgemaakt.
Donderdagochtend om 5u30 wordt de hele zeilvloot wakker gemaakt door de Coast Guard omdat het vrachtschip “Mauritius Pride” binnen komt. Alle jachten moeten daarvoor uit de haven, de zee in, een half uurtje wachten tot het bevoorradingsschip binnen gemanoeuvreerd is en aan de kade ligt en dan mogen we terug binnen in de kleine havenkom ankeren. Het loopt allemaal vlotjes, iedereen vindt z’n plekje en een uurtje later staat iedereen weer op de kade om opnieuw het eiland te gaan verkennen. Het is markt. We kopen een berg groenten, fruit en baguettes voor geen geld. Rodrigues is goedkoop. Heerlijk. ‘s Middags gaan we eten in het formidabele ‘Restaurant Du Quai’, waar we met de ober ‘Bingo’ spelen. De kinderen gaan naar de kapper, we vinden een dame die onze was wilt doen, we kopen een paar gedroogde octopussen (ourites), we nemen een prepaid telefoonnummer en we leren de levende legende James Waterstone kennen.
James Waterstone
“I’m James Waterstone, 74 years old, my grandfather came from Ireland to Rodrigues!”, riep hij aan de overkant van de straat toen ik uit het telefoonwinkeltje stapte. Wellicht is het niet moeilijk om te zien dat we toeristen zijn, tussen alle zwarte, gekleurde en exotische types hier. James houdt het gastenboek bij van alle jachten die hier langs komen. Hij is gepassioneerd door alles wat met wereldzeilen te maken heeft en vraagt of hij even mee naar de boot mag komen kijken. Hij babbelt honderduit, lacht zijn tanden bloot (nu ja, enkel de bovenste zijn er nog), is super enthousiast en maakt iedereen goed gezind. Heerlijke vent.
Uiteindelijk trekken we twee volle dagen met James op. De eerste dag organiseren we een busje voor 10 man, nemen onze vrienden van de Blauwe Pinquin, Shearwater en Symi mee op toer rond het eiland. James is onze enthousiaste gids. Geweldige toer. Het François Leguat Centre, een landschildpaddenreservaat, was het toppunt. Gigantische landschildpadden zoals op de Galapagos eilanden, alleen is alles veel leuker en wandel je gewoon tussen die schildpadden. De gids legt ons uit hoe we die landschildpadden moeten strelen langs hun nek. Ze vinden het fantastisch, ze rekken zich volledig uit en maken een zacht grommend geluid. Op de Galapagos eilanden leken al die schildpadden depressief, hier zijn het levensgenieters.
Daarna bezoeken we ook nog de grot “La Grande Caverne”. Machtige grot, maar bijna hebben we oervervelende gids, die de ene flauwe mop na de andere maakte, op een stalagmiet gespiesd. Op het einde liepen we gewoon met de hele groep door naar de uitgang om niet nog een ander onnozel verhaal te moeten horen over de vormelijke gelijkenissen van een of andere stalagmiet of -tiet.
De rest van de dag reden we met ons busje nog naar Port Sud Est, waar we aten op het strand en naar Mont Lubin. En James bleef maar ‘Eikel’ tegen ‘Haike’ zeggen, tot groot jolijt van ons en de Nederlanders.
De volgende dag huurden we een auto en namen onze vriend James nog eens mee. Hij toonde ons het prachtig strandje “Le Trou d’Argent”, waar nog ergens een piratenschat zou moeten verborgen zijn, om te gaan zwemmen. Opnieuw betrappen we er ons op dat we tijdens het rondrijden op zoek zijn naar het meest geschikte plaatsje om te blijven wonen. Niet omdat we het zeilen moe zouden zijn, maar wel omdat het hier een onontdekt paradijs is.
Op Rodrigues praten ze Creools, het lijkt een fonetisch neergeschreven Frans.
En onze pick up truck vol waterbidons in de bak.
Waterschaarste
Eén probleem waar Rodrigues mee te kampen heeft is een gebrek aan water. Aan de kade is geen water te krijgen. Onze watervoorraad op de boot moest dringend aangevuld worden, dus dat was een extra reden om een pickup te huren. Vier keer rijden we twintig minuten naar de top van het eiland waar een bron met drinkbaar water is en waar je je bidons kan vullen.
Huisje aan de prachtige Oostkust. Met drogende octopussen aan de waslijn.
En zo vliegt onze tijd hier voorbij. Van het ene hoekje van het eiland naar het andere. Overal leuke mensen, op Rodrigues is quasi geen criminaliteit, de gevangenis heeft geregeld géén gevangenen en toen we er voorbij reden stond de poort gewoon open. Het zal hoog scoren in onze top tien…
Maar aan alle mooie liedjes komt een einde. Morgen vertrekken we naar Mauritius. Twee tot drie dagen varen. Terug die rottige Indische Oceaan op. ‘t Is gelukkig niet ver. So long!
Onze bladzijde in het gastenboek van James Waterstone
Bedankt voor het schitterende verslag. Ik heb wederom genoten.
BeantwoordenVerwijderenHaike, die helm, is dat om je één te voelen met de schildpad? Of wordt Willem agressief? Willem, binnenkort nog een keer skypen? Laat maar weten wanneer.
BeantwoordenVerwijderenGroetjes, en veilige overtocht!
Dat was een lange en moeilijke bevalling. Maar jullie zijn weer "on line" zo te zien.
BeantwoordenVerwijderenJe crew ziet er elke keer stralender uit.
Maak het goed, veel plezier en zeilgenot.
We kunnen weer meevaren en dat doet goed.
Mooi zeg! Allez, op naar Mauritius tis daar ook prachtig!
BeantwoordenVerwijderen@stan: dat is zo'n rodehelmschildpad van rod-rigues (rood-helm, vandaar), zoals willem zo mooi stelt: 'strelen langs hun nek. Ze vinden het fantastisch, ze rekken zich volledig uit en maken een zacht grommend geluid'... niet te vergelijken met die van de galapagos, die zijn depressief, hebben ook geen shrink in hun rangen...
BeantwoordenVerwijderen@wouter : wanneer nog eens een pokeravondje? Misschien niet slecht om via deze weg af te spreken...
BeantwoordenVerwijderen@willem : Lou vroeg gisteren wanneer ze nog eens met Sepke kan komen spelen. Was geen gemakkelijke uitleg.
@stan: ik ben elk weekend vrij, jij? Vragen we willem?
BeantwoordenVerwijderen@ Wouter & Stanislas: get a room! ;-)
BeantwoordenVerwijderen@ Nesties: schitterende pagina in James' gastenboek!