maandag 24 januari 2011

Oversteek naar Tasmanië

Om 5u ‘s morgens staan we op, lichtjes onderkoeld. ‘s Nachts wordt het erg fris (15 graden of zo) en we zijn aan zo’n temperaturen helemaal niet meer gewoon. We staan op een gratis campingplaatsje 85 kilometer ten noorden van Melbourne. Het duurt een uur om de tent op te kramen en anderhalf uur om naar de ferry te rijden.

Nadat Quarantaine al onze groenten en fruit hadden afgenomen, mochten we op de ferry. We hadden gehoopt om die te mogen opeten aan boord, maar dat was dus niet zo. Met zo’n ferry duurt de overtocht naar Devonport in Tasmanië 11 uur. Ik heb een paar keer bij het naar buiten kijken gedacht: gelukkig dat we dit niet met A Small Nest doen. Koud, guur, striemende wind en onstuimige zee. De Bass Straight heeft al menig doorwinterde zeiler aan het wenen gebracht.

Op de ferry is zowat alles aanwezig om zo’n overtocht snel te laten passeren. Cinema, live muziek, casino, kinderactiviteiten, overal televisies op verschillende kanalen, een quiz over Tasmanië, een toeristische dienst over Tasmanië, enzovoort, enzovoort…

Omdat we pas ‘s avonds aankwamen in Devonport, hadden we beslist om eens ‘luxueus’ te doen en een ‘family cabin’ op een camping te boeken. Een huisje, zeg maar, om niet in het donker te moeten toekomen en de tent nog op te moeten zetten. 80 dollar all in: allez vooruit, voor een nacht kan dat wel. De man van de receptie was de vriendelijkheid zelve. ‘Ha! Are you the family who reserved the cabin, mate?’ Yep. ‘You’ll love it, mate!’, zei hij lachend door zijn mond met 1 tand.

Toen we tot achteraan de camping reden en onze ‘family cabin’ zagen, zijn Haïke en ik in de slappe lach geschoten. Een aftandse caravan, wellicht één van de eerste ooit gemaakt, met een houten barakje tegen getimmerd. Binnenin vier stapelbedjes en één dubbel bed. Nu, ja, dubbel bed. we pasten maar net naast elkaar en ik lag erin vanaf mijn hoofd tot mijn knieën. De rest bengelde boven de grond…

Lang hebben we ons niet in onze ‘luxe’ kunnen wentelen. We waren doodmoe en kropen vroeg onder de wol (en het stof). Middernacht werden we gewekt door de harde regen die een hels lawaai maakte op het dak van de caravan. Er was een storm losgebroken. Gierende wind, moker-slagregen, de hele caravan bewoog ervan. Door ons raampje zagen we zaklampen druk bezig rond de tentjes naast ons. Ze werden platgedrukt door de wind en de regen.

Wij zaten droog en warm in ons krot. Nooit gedacht dat we zo blij zouden geworden zijn met onze ‘luxe’.

Vandaag trekken we de Tasmaanse bergen in. We gaan er ‘wild’ kamperen. Tenminste als we een min of meer beschut plaatsje kunnen vinden. En we stoppen eerst nog in een campingwinkel. Om wat extra dekens of slaapzakken te kopen. De vrouw van camping zegt dat het een a-typisch jaar is, en dat het meestal veel warmer is en niet zoveel regent. La Nina zet het weer dit jaar hier down under goed op zijn kop.

3 opmerkingen:

  1. Sterkte met zijn allen. Vat geen kou.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. 's nachts 15 graden. Amai, da's afzien...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Willem, Heel veel plezier op Tasmanie. Ik heb het eiland een keer met de motor doorkruist en heb er goede herinneringen aan. Ik heb op mijn bureau nog steeds een doosje van Huon Pine staan. Een prachtige houtsoort die alleen op Tasmanie voorkomt. De boom is bijna uitgestorven en dat is vervelend als het 500 jaar duurt om te groeien. Het is bijzonder hout met een hele fijne structuur en een aangename geur. In het zuidwesten kun je zien wat mijnbouw (koper) kan aanrichten als je geen acht op het milieu slaat. Een groot biologisch dood gebied dat ook bijzonder is. Als je nog locals wilt ontmoeten, ik ken er nog wel een paar. Hartelijke groet,
    Pim

    BeantwoordenVerwijderen