Tasmanië, het is me wat. Een geweldige boterham, één groot natuurpark met een unieke fauna en flora. 37 Procent van Tassie is natuurpark of werelderfgoed. De andere 63 procent is natuur en hier en daar een dorpje of een stadje. Het eiland ligt midden in de beruchte ‘Roaring Forties’, de windgordel tussen de 40ste en 50ste breedtegraad, zo genoemd door zeilers die slaag kregen van de harde westenwinden die hier waaien. Onze twee weken durende trip door Tasmanië hebben we opgesplitst in twee stukken. Oost Tasmanië en West Tasmanië. Elk een week. Het oosten is wat beschaafder en iets warmer, het westelijk deel is ‘wild’.
Maandag 24 januari – bevriezen in de bergen…
We beginnen onze trip door Tassie met een zoektocht naar extra dekens. We leren uit het lokale weerbericht dat het op sommige plaatsen ‘s nachts minder dan 10 graden wordt. Ons tentje heeft overdreven veel ventilatiegaten omdat het gemaakt is voor het warme Australische vasteland. En onze slaapzakken zijn ook niet opgewassen tegen de roaring forties die door ons tentje zullen blazen. Hoewel het hier vol schapen loopt, is het niet evident om een betaalbaar en compact opplooibaar deken te vinden (de auto zit tot de nok volgeladen), maar we zijn blij met onze oogst. Twee grote dekens van twee meter op twee meter om over onze bedjes te trekken. Mooi. Laat die koude nu maar komen, denken we, en we rijden recht naar het gebergte van Ben Lomond, een natuurpark.
Skiën in Tasmanië? Het kan. Op Ben Lomond bijvoorbeeld. In de zomer (nu, dus) is het natuurgebied compleet verlaten. We zetten onze tent op een gratis kampeerplaatsje, maken een groot vuur om onszelf en ons eten op te warmen. We leggen er ook stenen in, om nadien in onze tent te leggen en zo een warmtebron in de tent te hebben.
Om drie uur ‘s nachts zijn we allen klaarwakker. Niemand beweegt. Het is koud. IJskoud. De slaapzakken zijn volgepropt met truien en handdoeken, we liggen onder onze nieuwe dekens, de stenen geven nog lichtjes wat warmte, maar we liggen alle vijf te rillen van de kou. Er waait een ijzige bergwind van minder dan vijf graden door ons tentje.
Dinsdag 25 januari – wild life & wild death
We zitten vroeg in onze auto, met de verwarming op 30 graden. Dat is onze temperatuur. We rijden een stuk verder de bergen in, naar de top van Ben Lomond. Machtige passage, stijl omhoog via ‘Jacob’s Ladder’. De 4x4 aandrijving van onze Outback komt ons goed van pas. Het is een mooie dag. De zon schijnt, er waait een zacht briesje, en daar boven, bij de skipistes, is het 4 graden. Zomer in Tasmanië…
We beslissen om in de warme auto te blijven en naar Hobart te rijden.
We zien de bijzonder zeldzame Echidna (mierenegel) naast de weg wandelen, een eieren leggend zoogdier, net zoals het vogelbekdier. Een egel die mieren eet en eieren legt, quoi.
Het is trouwens opvallend hoeveel ‘wild life’ je hier langs de weg ziet. En desgevallend ook veel dode dieren langs de kant van (of op) de weg. Elke vijfhonderd meter ligt er wel een dood konijn, wallaby, kangooroo, possum of Tasmaanse Duivel (foto links). Het wordt afgeraden om hier ‘s nachts te rijden omdat de dieren aangetrokken worden door je koplampen en plots voor de auto jumpen. De wegen zijn één lang dierenkerkhof. Maar er zijn er gelukkig meer dan genoeg.
Niet evident om in Hobart een camping te vinden die dicht bij het stadje is en bovendien nog eens betaalbaar is ook. We stranden in een camping in Seven Mile Beach, een twintig kilometer van Hobart.
Haïke gaat nog even joggen, loopt verloren en kan pas net voor het donker de camping terugvinden. Aarzelend gaan we een nieuwe nacht in, niet veel zin om weer koud te hebben tot op het bot, maar deze keer valt het wat beter mee. 8 graden…
Woensdag 26 januari – Sea Level
Het was een hartelijk weerzien met Sea Level. Jim & Kent zijn met hun twee kinderen, Samar en Evan, helemaal tot Tasmanië gezeild. Enfin, het laatste stuk werd gemotord omdat hun spinnaker en hun grootzeil in reepjes gescheurd waren. En ze hadden dan nog een rustige oversteek van de Bass Straight gehad. We trekken twee dagen samen op, ditmaal niet in boten, maar in auto’s.
We maken een prachtige tour rond het Tasman Peninsula, ten noordoosten van Hobart. We gaan fruit plukken in een fruitfarm in Sorell (aardbeien, blackberries, blueberries, boysenberries, kersen en nectarines). Tijdens het plukken werd meteen ook flink gegeten… Vervolgens naar Eagle Hawk Neck, Blow Hole, dorpje Doo Town, naar het strand Roaring Beach, Waterfall Bay, Tessalated pavement, … Prachtige dagtocht.
En dan kruipen we terug de tent in, opnieuw een ijskoude nacht tegemoet…
Donderdag 27 januari – MONA !
En dan zien we iets wat we nooit in Tasmanië zouden verwachten. Het meest unieke, spectaculaire, verbluffende en oogstrelende museum voor oude en hedendaagse kunst dat we ooit gezien hebben. Uniek! Hiervoor alleen zou je naar Tasmanië komen!
Het “Mona” (The Museum of Old and New Art), ligt in de Moorilla wijngaard en is eigendom van de Tasmaanse excentriekeling David Walsch. Hij vergaarde zijn fortuin met gokspelen (vond één of ander goksysteem uit), en kocht met dat geld zijn impressionante kunstverzameling bijeen. Daar bovenop renoveerde hij het Mona museum voor 75 miljoen dollar. Toen we het bezochten was het net de eerste week terug open. Drie uur lang liepen we vol bewondering in dat fantastisch museum rond, met een I-phone als gids (geen bordje tegen de muur daar) en met gps-technologie wordt alles op het schermpje getoverd wat je maar wilt weten. Fantastische kunstwerken, waaronder ook Belgische kunstwerken van Jan Fabre, Wim Delvoye (Cloaca!) en Berlinde De Bruyckere!
En dat allemaal gratis !
Na het museumbezoek bleven we nog plakken op het domein en konden we uitgebreid de wijnen en het bier proeven die er gebrouwd worden. Uitschieter was het witbiertje Hefeweizen van Moo Brew.
We dachten eens een uurtje naar het museum te gaan. We zijn er een hele dag blijven hangen. Formidabel.
De dag werd geweldig leuk afgesloten met een dinertje op de Sea Level. Wat was het heerlijk om terug op een boot te zitten. Plots realiseren hoeveel je de beweging van het water mist en constant weet van waar de wind waait… Het deed pijn om terug naar die tent te moeten keren. Er knapte iets in m’n hoofd. We werden nog eens bestraft met een vreselijk koud nachtje. Kouder dan de vorige. Hoe lang nog? ;-)
Vrijdag 28 januari – buren zonder hersens
We breken de tent op en verkassen naar het natuurpark van Freycinet, een paar uur rijden naar het noorden. We zetten die klotetent op een wondermooi plaatsje aan een baai met zwarte zwanen. We steken een vuur aan, eten barbecue en houden onze behoefte zo lang mogelijk in omdat de wc weer zo’n gat in de grond is. ‘s Nachts is het niet alleen de koude die ons wakker houdt. De buren, van het type moordlustige en apathische houthakkers zonder hersenen noch tanden, laten de hele nacht de muziek luid staan. Zelfs zonder tanden krijgen ze een berg bier open. We liggen op een bijzonder afgezonderd plaatsje, zonder gsm bereik en er staan enkel nog twee andere tentjes. Niemand durft voor de tweede keer te vragen of het zachter mag, omdat ze telkens luider en agressiever werden. Om vijf uur in de ochtend komt de politie het verlaten kampeerplaatsje opgereden en maakt een einde aan het feestje, zodat we de rest van de nacht in stilte konden genieten van de koude. Hoeveel geluk kan een mens hebben. Gatver zeg.
Zaterdag 29 januari – run!
We stonden bijzonder fris op, maar dat had alleen met de temperatuur te maken, en reden het natuurpark in. Machtig mooi. Haïke en de kinderen maken een prachtige wandeling naar de Wine Glass Bay lookout, een andere wandeling doe ik wel mee, naar Sleepy beach en tenslotte gaan we zwemmen (ijsberen) in Richardson Beach.
Prachtig parkbezoek. Toen we terug naar ons kampeerplaatsje reden, zonk de moed ons zowat in de schoenen toen we zagen dat de buren aan een tweede berg bier begonnen waren en de muziek opnieuw uit hun Ute knalde. Opnieuw knapte er iets in mijn hoofd. Wat nadien volgde was een stuk leven in fast forward. Om zes uur beslisten we om op te kramen, in te pakken, een ‘self catering cottage’ te vinden met een televisie en een warme nacht te hebben. Om half acht zaten we in onze eigen 'cottage’, vijftig kilometer verderop, en zagen we op onze eigen televisie Kim Clijsters (Ozzie Kim, heet ze hier) het terrein van de Melbourne Open opstappen. We zagen een heerlijke match en we hadden een zalig warme en rustige nacht in een groot bed. Het was dat of een moord. Hèhè.
Zondag 30 januari – screeming of the lambs
Het deed fysiek pijn om onze cottage te moeten verlaten. Elke vezel in ons lijf protesteerde. Maar de realiteit is, dat elke avond in zo’n cottage slapen simpelweg te duur is. Kou lijden in een tent in Tasmanië: dat is ons lot.
We rijden door de Tasmaanse Midlands naar onze volgende stop, het National Park van Lake Saint Claire. Schitterende vergezichten tijdens onze rit. Machtige landschappen, zonder bomen, met bomen, met afgezaagde bomen, zonder afgezaagde bomen… Schapen met wol en schapen zonder wol. Af en toe wol zonder schapen.
In onze auto hebben we een knopje en als je erop duwt kan je de buitentemperatuur zien. De sfeer was opperbest want toen we erop duwden, op 100 kilometer van onze bestemming, gaf het 20°C aan.
Honderd kilometer verder, op onze bestemming, gaf het nog 6 graden aan. Het waaide hard en regende pijpenstelen. Buiten één andere caravan was hier geen gek te bespeuren die in kamperen geïnteresseerd was. Wellicht was het één van de mooiste kampeerplaatsjes van Tasmanië, maar deze omstandigheden waren van het goeie teveel. Het was bovendien nog namiddag, zeg!
We beslissen verder te rijden en zien het landschap veranderen. We rijden uit het regenwoud een maanlandschap binnen. Kopermijnen hebben hier het hele landschap veranderd. Een bijzonder decor. Indrukwekkende zichten. Wat later rijden we het oude mijnstadje Queenstown binnen. Wat een opmerkelijk aanzicht in dit gure weer. Elk huis op zich zou de perfectie locatie kunnen zijn voor waar Clarice Sterling in Silence of the Lambs aanbelt bij die mottenkweker.
We stoppen even in de ‘Thirsty Camel’ bottleshop om de weg naar de camping te vragen. En of hij van die heerlijke Moo Brew heeft, die Hefeweizen. Die vent keek naar mij alsof ik een jeanet was. “No. We don’t like that fancy shit over here. We love our VB and our Boag over here. We’re miners.”. Zo, dat was wel duidelijk. Hij had de kop van een crimineel die een ongelukkige eens met een houweel een bloederig lesje had geleerd. Zo zien alle mannen er hier trouwens uit, bij nader inzien.
De camping in Queenstown is een lap grond, midden in de achterbuurt van Queenstown, met kiezelstenen op de grond en afgezet met roestige golfplaten. Precies hoe een decorontwerper een camping in een doods mijnstadje zou voorstellen. Of de snelste manier om als toerist aan tetanus of een depressie te sterven. De campinguitbaatster hebben ze hier de voorbije twee dagen al niet meer gezien.
Zo, we zitten intussen in het westelijk deel van Tasmanië. Later meer…
Links:
MONA: http://mona.net.au/
Knappe foto van Jacob’s Ladder: http://www.yktravelphoto.com/pi/106/jacobs-ladder-ben-lomond-national-park-tasmania-australia
Foto’s:
Bedankt voor weer een prachtig verhaal.
BeantwoordenVerwijderenHallo moedige doorzetters,
BeantwoordenVerwijderenPrachtig verslag! En spannend! Smaakt naar meer. Maar hopelijk minder koude nachten voor jullie, want is er iets triestigers (enfin, met een grote korrel zout) dan koud in een tent de nacht te moeten doorbrengen...
Hilde
Och arme, mannekes toch!!!
BeantwoordenVerwijderenEen oude tante van mij, zo'n beetje natuurheksje van het dorp en kunstenares, vertelde dat als je koud hebt, je, met je linker hand, heel erg hard moet knijpen op de nagel van je rechter pink en daarna met je rechterhand op de nagel van je rechterhand.
Alle middeltjes zijn misschien het proberen waard, als je in nood zit.
In elk geval voel ik met jullie mee.
Heerlijk verslag om te lezen & elke plaatsnaam nodigt uit tot googlen op afbeeldingen...ideaal om je visueel dicht bij alle verhalen te brengen.
BeantwoordenVerwijderenJacobs Ladder lijkt me een heerlijke tocht.
http://www.yktravelphoto.com/pi/106/jacobs-ladder-ben-lomond-national-park-tasmania-australia
En die vriestemperaturen...
dan hadden jullie Arctic Blast moeten zien:
"a movie in which Hobart freezes to death"
http://www.themercury.com.au/article/2010/12/02/190471_movies.html
ongetwijfeld een Canadees meesterwerk:
http://www.imdb.com/title/tt1523267/
vele groeten
Koen
Koen, prachtige foto van Jacobs Ladder op je eerste link. Ja, dat was het. Prachtig tochtje en spannend.
BeantwoordenVerwijderenIk kopieer die foto even naar de blog. Merci.
een dalmareke aandoen he, we love you guys!!!!!
BeantwoordenVerwijderendat pavement, natuurlijk?? Forget it, dat geloof je toch zelf niet, zeker ?? Daarvoor is het voor zo'n grote oppervlakte,meetkundig veel te precies?! Op onze aardkloot (Vondel) zijn nog links en rechts sporen te vinden van ongekende beschavingen (of van buitenaards bezoek vlg. de Zwitserse hotelier Erich v. Däniken, waar ik vroeger alles van las) die klassiek niet te plaatsen zijn. Zou dit geen spoor zijn van het oude vergane Atlantis-volgens de ene, het griekse vulkanisch eiland Santorini, ooit half ontploft /volgens anderen verdwenen onder de Zuidpool, waar waarschijnlijk nog van alles te vinden zal zijn! (Vergeet niet dat de Zuidpool zich vroeger elders bevond tot de wereld een draai gemaakt heeft toen de planeet Venus rakelings langs de wereld scheerde -althans volgens Velikowski).
BeantwoordenVerwijderen