Het is opmerkelijk hoe relatief kilometers worden als je een boot voor een auto inwisselt. Vroeger waren wij euforisch als we op 24 uur tijd 360 kilometer met de boot konden afleggen. Nu doen we dat in een namiddag in een auto met airco. ‘Reizen met de vingers in de neus’, heet dat.
Op een namiddagje reden we dus van Cammeray naar de Blue Mountains. Australië is immens groot en er is enorm veel plaats, dus we beslissen om ‘avontuurlijk’ te gaan kamperen. Als je avontuurlijk kampeert vermijd je de betaal-campings, en ga je in de bush, waar je wel je tent mag zetten maar geen faciliteiten zijn. Elke avond we dat doen, sparen we grofweg 80 dollar uit.
De eerste keer dat onze tent uit de verpakking kwam, was op de gratis campingspot in Megalong Creek.
Anderhalf uur later waren we geïnstalleerd en konden we onze eigen nieuwe tent ontdekken. Een dubbele luchtmatras voor de ouders, drie veldbedjes voor de kinderen. Vijf slaapzakken, vijf zeteltjes en een tafeltje. Ons huis voor twee maand. Heerlijk.
Het is anders dan op de boot. Met ons gevijven opeens krap samen in dezelfde ruimte, met een dunne scheiding tussen de ouders en de kinderen. De oppervlakte van de tent is zowat één derde van de boot. Plots missen we onze drie kamers, ons toilet, onze douche, ons beperkt zoet water, ons vast gasvuur met drie fornuizen, onze twee tafels, onze elektriciteit, onze zonnepanelen en onze heerlijke bedjes.
Toen we voor het eerst van ons huis naar de boot verhuisden, dachten we dat we veel zouden missen. Privacy vooral. Nu dat we van onze boot naar een tent verhuizen denken we ook dat we veel zullen missen. Weeral privacy vooral. Wellicht is een mens vooral bekommerd om het hebben van privacy of eigen ruimte. Dingen veranderen in een mensenleven als hij/zij de beschikbare ruimte moet delen met anderen die geen stuk van zichzelf zijn. Anderhalf jaar samen leven op ons klein nest, heeft ons geleerd om elkaars ruimte enorm te respecteren, maar ook te delen, en ook een groot stuk van elkaar te zijn.
Een ochtend later weten we dat we een stukje van meer elkaar geworden zijn. Nog eens bevestigd dat we voor de rest van ons leven elkaar zullen missen als we niet dicht bij elkaar zijn. Althans, ik heb het gevoel dat ik dit gevoel voor de rest van mijn leven zal missen als het er niet meer zou zijn…
Oei, we wijken af. Blue Mountains. We zijn er dus gaan kamperen aan een riviertje. We hebben er een bijzonder leuke barbecue gehouden, hebben naakt gezwommen en ons uitgebreid gewassen in het ijskoude riviertje naast onze tent en erna onze afwas gedaan in het riviertje.
‘s Nachts liepen er beesten rond onze tent. Ze klonken als beren of monsters, wellicht waren het possums wallabies of kangoeroes. No worries.
Ja, voorheen hebben we het veel gedaan, dat kamperen. Braafjes in het zuiden van Frankrijk. Een beetje teveel want we waren het na een tijdje beu om nog in het stof te leven of in een tent te kruipen. Maar het is terug, dat gevoel met de natuur. Nu eens niet op zee maar in de outback. Yeah! We want more!
PS: geen overstromingen in de Blue Mountains.