Het traject van Pittwater naar Gold Coast is ongeveer 400 mijl (een kleine 800 kilometer) lang. Een drietal dagen met een boot als de onze. Afhankelijk van de elementen natuurlijk. Er blaast meestal een noordelijke wind en langs de oostkust van Australië staat een constante zuidelijke stroming. De eerste dag vliegen we vooruit. Ruime wind, alle zeilen open en we gaan gemiddeld 7 knopen door een erg woelige zee. Alle vijf moeten we onze zeebenen terugvinden. Er wordt niet veel gezegd en niet veel gegeten. Als we in de vooravond voorbij Port Stephens varen en wat later Sugarloaf Point proberen te ronden, vallen de wind en de golven weg, en krijgen we te maken met een forse tegenstroom van zo’n 2,5 knopen. Zeilen naar beneden en de motor gaat aan.
Om die tegenstroom te ontwijken zijn er twee tactieken. Een eerste tactiek is de route te volgen die de tankers nemen die naar het noorden varen omdat die de plaatsen kennen waar de stroming het minst is. Een tweede tactiek is heel dicht tegen de kust varen omdat daar de stroming meestal omgekeerd wordt. Omdat de nacht invalt beslissen we voor de eerste tactiek te gaan en zo lekker veilig ver genoeg van de kust te blijven. Het blijkt de verkeerde keuze. De hele nacht varen we 6,5 knopen door het water en maar 4 knopen over de grond… We hebben een tanker gevolgd met een onnozele kapitein… Het is alsof je in de verkeerde richting op een loopband in de luchthaven van Zaventem stapt.
Leuk is wel dat we voortdurend begeleid worden door dolfijnen. Zelfs ‘s nachts, bij het beetje maanlicht van de halve maan, maken ze er nog een schouwspel van. Ze maken grote tuimelingen voor de boeg, schieten als lichte schimmen onder de boot door, ze verrassen je door vlak naast je boven te komen en krachtig in- en uit te ademen door hun spuitgat. ‘t Is een soort verstoppertje spelen in het donker. Zo vliegt de tijd.
De tweede dag kiezen we voor de tweede tactiek en dat loont. Bijna geen stroming meer, en de motor blijft draaien want er is geen sikkepit wind. Het is een prachtige, zonnige dag en we genieten van de machtige, voorbijtrekkende kustlijn. Onwezenlijk dat ondertussen de wereld vergaat voor de mensen in Japan.
Onwezenlijk ook dat de mens zich nog steeds moeten behelpen met energievoorziening waar we de planeet mee om zeep helpen. Onbegrijpelijk. Er is geen visie over het behoud van onze planeet. Een vriend, Pieter Casneuf, stuurt me deze link: http://www.desertec.org/en/global-mission/ In minder dan zes uur tijd krijgen onze woestijnen meer zonne-energie dan de gehele mensheid verbruikt in een jaar. Onze woestijnen zijn een oase van schone energie. Wat zitten we nog te knoeien met olie en kernenergie? Iemand?