14 februari 2011
Na de heerlijke verjaardag van Sepke kramen we op en rijden richting Adelaide. Invallende duisternis doet ons stoppen in Mannum. Vanaf zonsondergang rij je hier niet meer op de wegen, tenzij je een grote truck bent of uitgerust bent met een “bullbar” om je wagen te beschermen tegen kangooroos. Als je dat niet hebt rij je ‘s nachts je auto in frieten omdat die beesten compleet verward raken bij het zien van koplampen en op het laatste nippertje nog voor je wagen springen. Als je dat voor hebt met een grote ‘roo’, kan je een ‘total loss’ riskeren.
We riskeren het wel om nog eens een gratis kampeerplaatsje te nemen, want het is geen weekend. Prachtig zicht op de rivier, en allemaal ouderen rondom ons. Hèhè. Om boodschappen te doen nemen we de gratis ferry naar de overkant. We eten spaghetti met kangooroogehakt.
15 februari 2011
We besluiten onze geplande landtrip in te korten. Ons ambitieus plan om eerst naar Flinders, dan naar Coober Peedy en uiteindelijk naar Broken Hill te rijden, spat uiteen bij het besef van de kost ervan. Ik ga het hier niet nog eens zeggen hoe duur Australië geworden is, de benzine is het ook. Skandinavische prijzen zijn het… Hotels en restaurants zijn al helemaal buiten ons budget en nu horen we dat er heel wat campings gesloten zijn op die route omwille van de overstromingen en het ongedierte dat daarbij komt kijken (ratten).
Met spijt in het hart beslissen we rechtstreeks naar Broken Hill te rijden. Een machtig mooie tocht door de ‘outback’. Het valt op hoe groen het dorre Australië op dit moment is. La Nina zorgt voor zoveel regenval dat de woestijn, de outback van Australië er groen bij ligt. Alle autochtonen hebben het er vroeg of laat over in een gesprek: lang geleden dat ze het nog zo groen geweten hebben…
De rit van bijna 700 kilometer naar Broken Hill heeft iets magisch. Je houdt je bezig met het plannen waar je gaat tanken en voor de rest rij je op een tweebaansweg waar je honderden kilometers na elkaar geen levende ziel noch enig teken van beschaving kan zien. Af en toe zie je een ‘road train’. Een vrachtwagen die 30% dikker en groter is dan de gemiddelde vrachtwagen in Europa, en die er nog eens een even gigantische aanhangwagen achter heeft. Als je ze kruist is het al spannend want de hele auto beweegt van de luchtverplaatsing dat zo’n ding veroorzaakt. Als je zo’n monster moet voorbij steken is het helemaal spannend, want ze nemen iets meer dan 1 rijstrook in, zodat je vol gas op het randje van de tegenliggende rijstrook moet rijden.
Er was enthousiasme in de auto toen we plots een écht trein konden inhalen die dezelfde richting uit reed. De Indian Express. We reden zeker 50 kilometer zij aan zij met die legendarische trein. Door de compleet desolate outback. Af en toe de Indian Express wat verder voor ons, bleef wat hangen en dan wij weer een stukje lichtjes voorop. Maar we bleven in elkaars zicht. Het leek wel “buddy-sailing”op een oceaan… Heerlijk.
En dan, na al die honderden kilometers duikt er, in het midden van het rosgroene niets, plots een gigantische stad op. Het is surreëel… Broken Hill. tbc.