zondag 23 januari 2011

Van Sydney naar Eden en Melbourne

Na onze avonturen in de Blue Mountains en de farm in Capertee Valley, waren we er klaar voor om op een grote rondrit te vertrekken. Jeremy, de vlieginstructeur, leende ons nog zijn dakkoffer zodat we genoeg materiaal voor anderhalve maand kamperen met ons vijven konden meenemen.

Eerste stop: de immigratiedienst in Sydney. Over twee weken verstrijken onze visa’s en ze moesten dus verlengd worden tot eind juli 2011. Allemaal geen probleem als je kan bewijzen dat je over genoeg middelen beschikt (geld om hier te spenderen) en als je een dikke fee betaalt. 255 dollar per persoon. Het doet nog pijn als ik eraan denk. Maar goed, we zijn hier netjes legaal tot als we hier moeten vertrekken.

En dan vertrokken we richting zuiden. De tour die we in anderhalve maand willen doen is: Melbourne, Tasmanië (het eiland ten zuiden van Australië), Adelaide, Flinders, Coober Pedy, Broken Hill en dan helemaal terug naar Sydney. Daar verkopen we onze Subaru Outback en wisselen we de tent opnieuw voor de luxe van ons Nest om helemaal naar Darwin te varen in het noorden van Australië.

De afstanden zijn hier enorm. Australië is het zesde grootste land ter wereld, het is het grootste eiland ter wereld en het is het enige eiland dat bovendien een continent is.  En het is wild. Wellicht heeft Australië de gevaarlijkste natuur ter wereld. De tien meest giftige slangen ter wereld zijn alle tien Australische slangen. De dieren die hier leven zijn van de dodelijkste ter wereld: de ‘funnel-web-spider’ (een spin die rond Sydney te vinden is en graag in je schoenen kruipt), de ‘box jellyfish’ (een kwal met zoveel gif in de tentakels dat ze een bus vol mensen kan uitmoorden), de ‘blue-ringed octopus’ (na een beet val je in slaap om dan te stikken door spierverlamming), de ‘coneshell’ (bijzonder mooie schelp die giftige pijlen afvuurt), de stonefish (vis die op een steen lijkt en waar je makkelijk op stapt om daarna dood te vallen), drie voor de mens gevaarlijke haaiensoorten (witte haai, bullshark en tigershark) en bijzonder gevaarlijk is ook de zoutwaterkrokodil (enorm snel en zot van mensenvlees). Voor de rest krioelt het hier van de insecten met bijzonder venijnige beten. Als je rustig in de natuur op een stoeltje zit rond te kijken, weet je niet wat je ziet. Gigantische mieren (tien keer groter dan de mieren in Europa), enorme libellen, bijen of wespen (bijna zo groot als een klein vogeltje) . 80 procent van alle fauna en flora komt nergens anders voor. Voor de rest is het op sommige plaatsen zo warm dat je gaar gekookt wordt voor je er erg in hebt. Men zegt dat enkel Antartica een extremer en vijandiger klimaat heeft.  Persoonlijk vind ik de randen van hun zwembaden ook gevaarlijk, maar daarin zijn ze niet uniek.

Geweldig land dus om even avontuurlijk in rond te trekken en genoeg gevaren te ontmoeten om ‘onze blog’ wat levendig te houden.

Gelukkig deed de naam van onze eerste stop niks gevaarlijks vermoeden. Eden. Een halve dag rijden van Sydney (met de boot zou dat meer dan 48 uur varen geweest zijn). We slapen er boven een pub in een grote familiekamer voor weinig geld. Niets opmerkelijks tenzij het berichtje van Mike uit Sydney die ons wist te vertellen dat vrienden van hem in die pub eens een massale vechtpartij hebben meegemaakt.

‘s Anderendaags rijden we meteen verder door tot net voor Melbourne, waar we een idyllisch mooi kampeerplaatsje vinden. Gratis nog wel. De kinderen hebben een geweldige tijd. Twee dagen lang houden ze het kampvuur aan de gang, zwemmen ze in een ijskoud beekje en lopen ze als rambo’s rond in het bos. De meest avontuurlijke uitdaging voor ons was er naar het toilet gaan. Nu ja, toilet. Een houten hutje met een gat boven een diepe put… Wellicht heb ik er het wereldrecord adem inhouden verbroken, maar er was geen deurwaarder bij.

 

Ziezo, we zijn weer bij met ‘onze blog’. Vandaag nemen we de ferry van Melbourne naar Tasmanië. Wordt vervolgd…

2 opmerkingen:

  1. "Och Gottekes toch!!! mannekes toch" en ik die dacht dat ik voor een tijdje mijn kaarskes kon gedoofd laten omdat alles toch veilig was op het land! Wat ben ik blij dat ik zelf daar niet door moet...ik mag er niet aan denken door zoveel vieze, agressieve beesten omringd te zijn. Een belgische mug of een vlaamse spin ga ik te lijf met een arsenaal spuitbussen, die wellicht het gat in de ozonlaag groter heeft gemaakt.
    Ik heb maar weer mijn kaarske aangestoken .
    "Op hoop van zegen" zou mijn moeder zaliger zeggen. Goeie reis nestjes en kijk toch maar goed in jullie schoenen voor ge ze aantrekt!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Je moet door die foto's van het opzetten van de tent eens heel snel doorklikken. Je ziet ze dan bijna in levende lijve bezig. Grappig!
    Ingrid

    BeantwoordenVerwijderen