dinsdag 26 juli 2011

Indonesië, 22 tot 26 juli 2011

Kilo, Sumbawa, Indonesië – 22 juli 2011 – vlechtjes

We laten het dorpje Sangeang  met zijn botenbouwers achter ons. Sepke laten we ook achter. Zij vaart vandaag mee met de Go Beyond. Die hebben een opstapper mee, Johanna, die Sepke voorgesteld heeft om haar haar in vlechtjes te leggen. Het zou minstens een halve dag duren, dus kon Sepke vandaag maar beter met hen meevaren.

De jongens zijn niet lang jaloers, als ze merken dat ze vandaag  iets meer mogen dan anders. Een videofilmpje kijken tijdens het varen, met een paar snoepen. Huiswerk moest vandaag ook niet. Ook voor hen was het een verwendagje.

Onderweg worden we gevangen in een labyrint van vissers met enorm lange netten. De netten hangen tussen twee, bijna niet zichtbare, boeien. Voor het net vaart dan de visser en zwaait met een lange stok en een vlag om aan te duiden waar zijn net ligt. Eerst wijken we helemaal uit naar bakboord, ronden de boei van de eerste visser, om dan uit te komen voor de netten van een tweede visser die ook met zijn stok staat te zwaaien. We wijken helemaal uit naar stuurboord nu, ronden het tweede boeitje, tot we een derde, vierde, vijfde en zesde visser op dezelfde manier ontmoeten. Na nummer zes kiezen we het ruime sop en blijven we weg van de kust. Genoeg gelaveerd tussen vissersnetten.

Voor zonsondergang vinden we na lang zoeken een ankerplek. De waypoints en de kaarten kloppen niet. We zien de gigantische vulkaan Gunung Tambora die 200 jaar geleden laatst explodeerde (ze was toen 4200 meter hoog, het dak vloog eraf en nu is ze nog maar 2850 meter hoog). Wellicht broebelt het hier nog onder het oppervlak en verschuiven de eilanden lichtjes, wat kan de miswijzing op onze kaarten kan verklaren.

We ankeren achter een paar lokale vissersboten. Net als we Sepke gaan ophalen op de Go Beyond, is Johanna klaar met het vlechtwerk. En Sepke is er blij mee, (gelukkig, na 8 uur vlechtwerk).

Ondertussen komen de kinderen van het dorp met kano’s naar onze boot geroeid. Allemaal geweldig vriendelijk, beleefd en leuk. We geven ze snoepjes en stiften, ze vinden het geweldig. Zelfs nadat één van kano’s omslaat, hebben ze nog allemaal hun stiften en snoepjes vast en gieren ze van de pret.

‘s Nachts worden we een paar keer gewekt door de moslimgezangen die door luidsprekers galmen.

Kananga en Satonda, Sumbawa, Indonesië – 23 en 24 juli 2011 – boe

Pulau Satonda is een klein eilandje dat nog geen 2 mijl van Sumbawa ligt. Het is natuurpark met een prachtig koraal. Ankeren is er minder evident, want het is er heel diep en aan lij. We beslissen dan maar om voor de nacht aan het vasteland te gaan ankeren, bij het dorpje Kananga, twee mijl verder.

De volgende ochtend gaan we het dorpje bezoeken. Heel vriendelijke mensen, alles is er netjes, we lopen door de straten, doen hier en daar een babbeltje terwijl er een horde kinderen enthousiast achter ons huppelt. Dit jaar zijn we de eerste boot die hier ankert. Het lijkt wel of we een circusattractie zijn. Ward wordt aangeklampt en platgeknepen door meisjes van zijn leeftijd, jongens nemen foto’s van Sepke en iedereen vindt Flor schattig. “Levellen” met mensen die je aanzien als een marsmannetje is moeilijk, een beetje frustrerend soms. Maar iedereen is lief en ze lachen zich te pletter met onze grapjes en reacties. Haïke bezorgt een schattig meisje bijna een trauma als ze plots “boe” tegen haar zegt. De andere kinderen liggen in een deuk.

De rest van de dag brengen we door aan het eilandje aan de overkant, het natuurpark Pulau Satonda. We maken ons vast aan de Go Beyond, die aan een boei hangen, en vormen zo een groot vlot en uitvalsbasis om te gaan snorkelen, wandelen, duiken, zwemmen, babbelen, eten, enz enz enz.

Weeral een fenomenale koraaltuin, met onwaarschijnlijke visjes. Je geraakt het nooit gewoon. Gelukkig.

‘s Avonds haken we ons los van de Go Beyond en gaan terug ankeren op ons geliefd plaatsje aan het vasteland. Dicht bij het strand op 8°08.390 S en 117°46.060 E. Net na een adembenemende zonsondergang ziet de schemerende lucht zwart van de ‘flying foxes’, grote vleermuizen, die van Satonda naar Kananga vliegen om er te gaan jagen.

Door de luidspreker schalt een biddend meisje, rond onze boot dobberen vier kano’s met vissers. Het lijkt constant of ze zwaaien, maar dat is hun manier van vissen: snel met hun arm de vislijn ophalen. Wij geraken het maar niet gewend, en telkens we ze zien, zwaaien we terug. In het dorp Kananga denken de vissers nu dat we gestoord zijn.

Pulau Moyo, Indonesië – 25 juli 2011 – de baai van extremen

We zijn twee jaar onderweg vandaag. Tijdens de voormiddag vieren we dat met zeilen en tijdens de namiddag met het ontdekken van een nieuwe magische baai.

We ankeren voor één van de tien hutjes van het kleine dorpje waar we de naam van vergeten zijn (pos: 8°16.445 S en 117°30.360 E). Er wonen 20 mensen. Het dorpje is één van de vijf dorpen op het eiland Moyo.

Het is wellicht het puurste dorpje waar we ooit voor geankerd zijn. Als we aan land gaan worden we onmiddellijk uitgenodigd door Oman, een 30 jaar oude man, om bij hem op bezoek te komen in zijn huis. Zijn huis is een paalwoning (zoals alle huizen hier), met een dunne vloer (ik had schrik erdoor te zakken) en een rieten dak. Hij woont er samen met zijn vrouw, zijn twee kinderen en zijn zus. Het is er primitief (geen elektriciteit noch water), maar mooi ingericht en kraaknet. Het zijn schatten van mensen en we doen ons best om ons zo verstaanbaar mogelijk te maken in het Indonesisch.

We zitten door onze voedselvoorraad heen en gelukkig kunnen we bij hen een paar ajuinen en een kip (Ayam) kopen. Hij verdwijnt even om de kip te halen en komt dan terug met de levende kip waarvan hij de poten voor me begint samen te binden. Ons woordenboekje komt geweldig van pas om hem uit te leggen dat we liever zouden hebben dat hij de kip voor ons slacht en pluimt. Weer schieten we allemaal geweldig in de lach.

Even later neemt hij me mee naar buiten en toont hij me de spartelende en doodbloedende kip met doorgesneden keel. Een beetje geduld voor het pluimen, legt hij me uit, en hij roept zijn vrouw, die we nadien een half uur niet meer zien. Nadat het gesprek met Oman, zijn zus en ons een half uur verder gesukkeld was, waren we blij zijn vrouw met een plastic zak de kamer binnen te zien komen. Erin zat onze kip. De kop hing er nog aan, doorgesneden keel, met poten, ingewanden en al. Maar er zat geen pluimpje meer aan.

Eenmaal terug op de boot was het tijd voor wat onderwijs. De biologieles voor de kinderen vandaag was de dissectie van de kip.

Nadien nemen we de dinghy een mijl verder naar het andere uiteinde van de baai. Daar ligt één van de meest luxueuze resorts ter wereld (Lady Di verbleef hier ooit): Amanwana Resort. Over de prijs zegt de Lonely Planet: it’s like a ‘if you have to ask, you can’t afford it’ expensive resort.  Hier staan geen 10, maar 15 hutjes. Stuk voor stuk zien ze er adembenemend mooi uit. Nederig en vriendelijk personeel vangt ons op aan de aanlegsteiger en begeleidt ons een tikkeltje angstvallig naar de manager. Wij lazen in een oude gids dat je via het resort wandelingen kon gaan maken, kon gaan duiken of komen eten in het restaurant. De Zweedse manager was zo geweldig gastvrij om ons onmiddellijk te zeggen dat ze geen tijd hadden om met ons te gaan wandelen of duiken, maar dat we voor ons twee jarig jubileum welkom waren om vanavond mee te komen dineren. Het was barbecue. Maar 100 dollar. Per persoon. Drank exclusief natuurlijk. Als we daarna licht ironisch zeggen dat we in dat geval liever willen blijven slapen, komen we de prijs te weten: 1000 dollar per nacht. Voor iets wat ze de ‘ocean tent’ noemen. Exclusief BTW natuurlijk.

Pulau Moyo heeft een baai met het grootste contrast. Het poepchique snobistische resort en het arme kleine maar zo gastvrije dorpje. Het contrast en het cliché kunnen niet groter zijn.

Het feestmaal voor ons tweejarig jubileum was taaie dorpskip met appelmoes en puree. Het heeft ons honderd keer beter gesmaakt dan de duurste barbecue ooit zou kunnen smaken.

4 opmerkingen:

  1. Wat een belachelijke prijzen. Proficiat met jullie jubileum.
    Komt er nog een foto van de vlechtjes?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Waw, ik wil ook de vlechtjes zien!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Idem bij ons: de vlechtjes pleaeaeaease... En dikke proficiat met jullie 2de verzeiljaardag!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hoeveel uren zijn er nodig om die vlechtjes terug los te maken? Mag Ward en Flor dat doen?

    BeantwoordenVerwijderen