vrijdag 22 juli 2011

Indonesië, 17 tot 22 juli 2011

Gili Lawa Laut, Komodo, Indonesië – 17 juli 2011 – wildwatervaren

‘s Morgens worden we gewekt door een vissersbootje met twee Indonesiërs in. We liggen helemaal alleen in de baai. Sugar Daddy moet heel vroeg vertrokken zijn, wellicht hebben ze heel slecht geslapen na het dramatisch incident met Pickles. De twee Indonesiërs komen langs om ons een houten Komodo varaan te verkopen. Het was wat cynisch, maar ze waren mooi gemaakt en we hebben er toch eentje gekocht.

De stroming tussen de eilanden Flores, Rindja en Komodo is bijzonder sterk. Het is moeilijk te begrijpen wanneer, hoe en hoe hard die stromingen tussen de eilanden gaan. Er zijn weinig of geen goeie gidsen over die passages. We willen door de pas tussen Rindja en Padar varen waar we niks over terugvinden. Het enige wat we weten is dat ze diep genoeg is op de kaart. We timen door de pas te varen bij hoog water, omdat we vermoeden dat de stroming dan het minst zal zijn bij het keren van het tij.

Welnu, het was alsof we met onze Nest door de wildwaterbaan in Walibi gevaren zijn. Met een stroming van 7 knopen in onze rug, werden we door die pas gespuwd. Het landschap trok zo snel voorbij alsof we in een auto zaten. Links, rechts, voor en achter ons overal wilde golven en draaikolken, terwijl het nooit minder diep werd dan 40 meter. Wild tochtje.

Ondertussen gaf Haïke biologieles aan de kinderen. Over de voortplanting bij de mens. De wildwaterbaan kon de kinderen amper afleiden.

We maken een tussenstop bij Sebayor Kecil om even te gaan snorkelen boven prachtig koraal en schitterende vissen.

Na de lunch varen we naar Gili Lawa Laut, één van de mooiste duikplaatsen ter wereld. Go Beyond ligt er ook. Geassisteerd door een snorkelende Mads gooien we het anker op een schaarse plek zandbodem, tussen al het koraal. Het is hier magisch mooi.

Gili Lawa Laut, Komodo, Indonesië – 18 juli 2011 – snorkel snorkel snorkel

De kinderen gaan ontbijten op Go Beyond. Pannenkoeken. Haïke zwemt ondertussen haar 2 kilometer crawl en ik ga snorkelen. Onwaarschijnlijk mooie onderwaterwereld. Prachtig koraal, tropische visjes, Nemo’s, Dory’s, schildpadden, ...

De rest van de dag bestaat uit snorkelen. Snorkelen in de baai, snorkelen boven een rots, een paar mijl uit de kust, snorkelen langs de steile rotswand aan de vuurtoren, snorkelen onder de boot, snorkelen aan het strand. Buitengewoon wat we zien.

Gili Lawa Laut, Komodo, Indonesië – 19 juli 2011 – de vliegende Manta

‘s Anderendaags gaan we voor de verandering nog wat snorkelen. Ons middagmaal (biefstuk met gebakken patatjes) wordt abrupt onderbroken als we een Manta zien achter de boot. Het eten laten we staan en met z’n allen snorkelen we met de Mantarog. Het is een kanjer, een spanwijdte van wellicht meer dan 3 meter, en komt zo dicht voorbij ‘gevlogen’ dat je hem zou kunnen aanraken (maar dat doen we niet want dat is slecht voor hun huid). Een uur lang zwemmen we samen met de manta, tot we herinneren dat we nog aan het eten waren.

Er ligt een traditionele Indonesische ‘liveaboard duikboot’ naast ons. We gaan gedag zeggen en we krijgen 200 liter water uit de watermaker van hen. Ons water begon op te geraken, na al dat snorkelen en dus 1 keer per dag douchen…

‘s Avonds beklimmen we de berg om naar de zonsondergang te kijken. Het landschap is hier adembenemend. Alweer is dit wellicht één van de mooiste ankerplaatsen van onze trip. Na zonsondergang maken we een groot kampvuur op het strand, braden de kinderen hun marshmallows op een stokje en ontdek ik dat mijn laatste bierbrouwsel eindelijk rijp is om te drinken en van topkwaliteit is.

Het paradijs bestaat.

Banta Island, Indonesië – 20 juli 2011 – de vliegende dinghy

Het paradijs ontdekken om het ‘s anderendaags weer achter te laten. Op naar de zuidelijke baai van Banta Island. We vinden er een paar kleine lokale vissersbootjes, een vuil strand met alle rommel op die die vissersbootjes overboord kieperen en een gigantische maar smerige Portugese catamaran met twee Italianen (een dikke en een dunne) en drie Indonesische crewleden.

Net als er een greintje spijt opkomt dat we het paradijs te vroeg hebben achtergelaten, ontdekken we een schitterende snorkelplek aan de westkant van de baai. We zien vissen en koraal dat we nog nooit gezien hebben. Heel speciaal. En na het snorkelen zien we een vliegende dinghy. Echt, een vliegende dinghy.

De Italianen halen hun Lomac van stal, een dinghy met daarop een deltavlieger gemonteerd. Het duurt anderhalf uur om het spel te monteren, een half uur om de propeller aan de praat te krijgen en anderhalf uur om het ding weer op te plooien. Maar de dikke en de dunne hebben gevlogen met hun dinghy. Een half uur boven de baai.  Het was een absurd zicht om een dinghy de lucht in te zien gaan, maar als ik later rijk ben, wil ik het ook.

Het is verbazingwekkend hoe elke dag toch weer iets nieuws brengt.

Sangeang, Wera, Sumbawa, Indonesië – 21 juli 2011

Wij naar Sangeang in de Wera regio op het eiland Sumbawa. In afstand een halve dagtocht, in realiteit een driekwart dagtocht. De stroming tussen de nog actieve vulkaan Gunung Api (letterlijk: vuurberg) en het eiland Sumbawa raast aan 4 knopen. Tegen ons. Heel traagjes vonden we uiteindelijk het dorpje. De twee waypoints die we van de baai hadden, zaten er een paar mijl naast. Voor de liefhebbers is dit het juiste waypoint: 8°17.595 S 118° 56.010E. 

Sangeang is een prachtig dorpje waar de inwoners al generaties lang bootbouwers zijn. Ze maken grote traditionele Indonesische schoeners. Er staan er twee in de steigers. Nu ja, steigers. Ze hebben twee rijen bomen laten groeien op het strand en daar tussen wordt de boot gebouwd. Tussen de bomen hebben ze planken gebonden die ze als stellingen kunnen gebruiken. De breedte van de boten wordt dus bepaald door de afstand tussen hun bomen.

De inwoners zijn bijzonder vriendelijk. De kinderen zwermen rond de onze. Flor heeft een bal meegebracht en al snel staan ze onze drie wittekopjes met de kinderen in een grote cirkel te volleyballen. De kleintjes lopen naakt rond op het strand, springen in het water en rollen dan in het zwarte lavazand. Wat verder zit er eentje, met een rood hemdje, gehurkt zijn gevoeg te doen op het strand, wat later loopt hij naar het water om nog even zijn poepje te wassen.

We worden door de bootbouwers uitgenodigd op het grootste schip dat in de steigers staat. Het wordt een Indonesisch cargoschip. Volledig van hout. Zonder nagels. Het is prachtig om te zien. Met z’n zevenen werken ze er twee en een half jaar aan. Ze hebben nog een half jaar werk aan deze. Terwijl ik boven op het dek van het schip sta, zie ik dat jongetje met zijn rode truitje opnieuw. Hij zit bij zijn mama terwijl hij ‘gevlooid’ wordt. Elke luis die mama vindt, geeft ze aan het jongetje, die het bekijkt en daarna opeet.

De zeven bootbouwers lijken in volledige harmonie te werken. Het lijkt alsof er niemand de baas is, en ze allemaal perfect weten wat ze moeten doen. Onderling moet geen woord gezegd worden.

Terug beneden zie ik het jongetje met rode truitje terug naar het strand rennen, in zijn eigen gevoeg stappen, en naar het water hinkelen om zijn voetjes te wassen. Het is me een kereltje.

We wandelen door heel het dorpje, worden overal eerst aangegaapt, maar dan telkens vriendelijk gegroet. Nog wat verder worden we getrakteerd op een soort plakkerig gebak met rijst en pindanoten. Het moslimmeisje dat ons de plakkoekjes aanbiedt, is nog twee maand op stage geweest in België. Ze logeerde er bij een gastgezin en kon nog de woorden “lekker, eet smakelijk, suiker, dag en tante”.  Er staat een jongetje met een levende krab aan een touwtje. Spannend speelgoed voor hem.

Er komt een vrouw voorbij gewandeld met een kanjer van een vis op haar hoofd gebalanceerd terwijl wij terug naar de dinghy wandelen om alle verwondering te laten bezinken. Wat een stadje, Sangeang.

7 opmerkingen:

  1. Heerlijk, al die paradijselijke verhalen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoe mooi en eenvoudig kan het leven zijn.
    Filmisch tafereel van het baasje in zijn rood truitje...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat een tegenstellingen: 1 dag de draken, de andere dag het paradijs. Het blijft fantastisch om te lezen!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ewout Vanhoecke24 juli 2011 om 12:29

    GROOTS en MACHTIG... die kleine verhaaltjes...
    Morgen is het 2 jaar geleden toen we op de Nieuwpoortse kade vol bewondering "a small nest" zagen wegvaren... maar met deze blog vaarden we genietend mee! ZALIG!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Vandaag babbelen wij over: "....weet ge het nog ,twee jaar geleden vaarden ze af..." Wie had toen gedacht dat het echt kon???
    Hoeveel honderden ervaringen en verhalen zijn jullie niet ondertussen rijker geworden?...en wij ook want wij genieten van elk woord dat ge schrijft.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Proficiat met jullie 2-jarig huwelijk met de wereldzeeën !

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Machtig mooie verhalen. De pracht, de eenvoud, al het moois zit hem telkens in de kleine dingen. Genieten!
    Ingrid

    BeantwoordenVerwijderen