zondag 31 oktober 2010

Dagboek van een oversteek: Nieuw Caledonië - Australië - Slot

Het venijn zit 'm weer in de staart. Ons elektronisch
navigatiesysteem is een dag voor aankomst beginnen
flippen. Dat heeft het vroeger ook nog wel eens gedaan, en
toen volstond het om het systeem even aan en uit te
zetten. Nu niet. De GPS viel uit met de regelmaat van een
eigenzinnige klok. En de dieptemeter weigerde zijn dieptes
nog in meters te geven. We lezen nu 'vadem' van het
scherm, en het systeem weigert elke poging tot
verandering. Die diepte, tot daar aan toe, maar de
dreiging om plots zonder positie te zitten in het drukker
vaarwater bij de kust van Australie, bovendien nog eens
bezaaid met riffen, banken en ondieptes, was niet echt
geruststellend. Eerst ons backupsysteem standby gezet
(gewone handheldgps, een papieren niet genoeg
gedetailleerde 'overzichtskaart' en een kaartje van
Bundaberg uit een gekopieerde cruisinggids. OK, met wat
gesukkel zou dat wel lukken. Maar dan wil je toch dat dat
hoofdsysteem terug betrouwbaar werkt, en ga je op zoek
naar de fout. Alles checken. Wat is er veranderd? Vanaf
wanneer is het systeem beginnen flippen? Haike hield net
grote kuis, dus die was verdachte nummer 1. Die gaat een
kabeltje kapot gekuist hebben! Aha! Na een bikkelhard
verhoor liet ik haar terug vrij. Onvoldoende bewijzen. Dan
alle hardwareconnecties gecheckt. Niks. Dan in de software
beginnen zoeken. Vanalles proberen in allerlei menu's, en
zoveel proberen dat je niet meer weet hoe je het terug
gezet kreeg. Argh! Toen ik op de 'reset' knop duwde, ging
het systeem eerst vijf minuten in coma. Na reanimatie op
de rode knop kwam er terug leven in. Maar het systeem was
niet meer zoals ik het kende. Het sprak een andere taal,
en al mijn geliefkoosde instellingen waren verdwenen.
Alles was veranderd, behalve dat de GPS bleef uitvallen en
dat de diepte in vadem bleef. Dan maar naar het derde
level van probleemoplossing. Dat is op
spiritueel/transcendent/bijgelovig niveau. Als ik het
tafeltje in deze hoek hou, dan werkt het misschien terug.
Ja! Nee! Als iemand op het trapje staat, springt het terug
aan. Ja! Nee! Als ik meer dan vijf keer op een knop duw op
het systeem, dan valt het weer uit. Ja! Nee! Als ik de
stroom van het hele navigatiesysteem uitzet en eens goed
vloek terwijl ik het terug aanzet, werkt het misschien
terug. Ja! Nee! Kak!

Na drie uur ben ik een zenuwinzinking nabij en beslis ik
het ding te laten voor wat het is. Haike heeft pizza
gemaakt. We eten beneden want buiten is het
verschrikkelijk koud (20°C). Ondertussen blijft het
systeem maar alarmen piepen. Een rotkind dat om negatieve
aandacht schreeuwt, denk ik nog. Straks level vier van
probleemoplossing: een pak slaag. Als de pizza verslonden
is door onze drie hongerige jonge leeuwen en als Haike en
ik ook een stukje hebben kunnen bemachtigen, ga ik terug
naar buiten. Ik verwacht dat het systeem er helemaal mee
opgehouden is omdat het gepiep gestopt is. Tot mijn grote
verbazing werkt het terug als voorheen. Niet te snappen.
Tenzij dat je zou concluderen dat de oplossing voor het
probleem een stuk pizza eten was. Dat zou nog het meeste
hout snijden.

Een paar uur later, tijdens onze laatste nacht, flipt het
systeem nog een paar keer. Telkens als ik er net naar
kijk, er zelfs niet aankom en denk 'nu gaat het flippen'!
David Copperfield is er maar slappe koffie mee vergeleken.

Nu zijn we in de approach van de haven van Bundaberg. We
zien 'Terra Australis'. Ik heb de reservegps in de hand en
het is hier 15 vadem diep.

Gelukkig heb ik na twee uur slaap vannacht nog de
veerkracht van een Mikado koekje om straks aan te leggen
in een drukke haven op een rivier, de douane-, immigratie-
en quarantainebeamten vriendelijk te ontvangen en ze
rustig hun gang te laten gaan terwijl ze de boot overhoop
halen.

zaterdag 30 oktober 2010

Dagboek van een oversteek: Nieuw Caledonië - Australië - Deel II

Twee dagen gaat het zo door aan dat gezapig tempo, terwijl
we samen zeilen met de Noren van de Go Beyond. Zij hebben
een andere bestemming in Australie (Coff's Harbour), want
ze zijn iets haastiger dan ons om in Sydney te geraken
(Elins moeder komt op bezoek) en dus splitsen onze wegen.
Tot zolang we in radioberiek varen proberen zij ons te
overtuigen mee naar Coff's te varen, terwijl wij hen
proberen te overtuigen om naar Bundaberg te gaan. Met de
onnozelste en absurdste argumenten. Tot het radiocontact
wegvalt, en we elk alleen onze weg verder zetten. We zien
ze terug in Sydney, om samen kerst en nieuw te vieren.

Van zodra we weer alleen zijn, steken de wind en golven
hun kop nog eens op. Vanaf dan gaat het hard. We varen
lang 8 tot 9 knopen (met een knoop stroom in ons gat). Af
en toe spatten de golven tot in de kuip. Geregeld hebben
we een squall op ons dak. Pittig zeilweer, maar genieten
doen we er niet van.

Nu zijn we volledig door het front gevaren, en is het
opnieuw rustig zeilweer. Soms iets te rustig en als we
stroming tegen krijgen gaan we nog maar 4 à 5 knopen...
Het is alsof we in dat laatste stukje nog eens een
samenvatting krijgen van alle weercondities die we in de
pacific gehad hebben.

Voor de rest niet veel speciaals. We doen wat we normaal
doen op zo'n oversteek. De kinderen lezen veel, ze doen
veel schoolwerk, Haike vertelt de geschiedenis van
Australië (die tot opluchting van Flor niet bijzonder lang
is), we bekijken onze planning voor de volgende maanden,
... Ah ja, en we eten ook veel. Alles moet op. Het gaat
nog lukken ook. Als we nu nog tegenslag hebben en een paar
dagen vertraging hebben, gaan we nog met honger
aankomen...

Leuk is ook dat we veel berichtjes krijgen van veel van
onze zeilbuddies. Allemaal volgen ze de oversteek vanop
een andere plaats. De Flash V vanuit de Society Islands,
Tangaroa vanuit Sydney, de Elena vanuit Nieuw Zeeland,
Quartermoon vanuit Nieuw Caledonie, en de Go Beyond (of we
toch niet mee naar Coff's willen varen), op de Grote
Oceaan, nu vijftig mijl zuidelijker dan ons... Geestig.

Ondertussen nog geen enkele andere boot gezien.Ook nog
geen vliegtuig van de douane. De verleiding om 's nachts
geen wacht te doen en gewoon in ons bed te kruipen is
groot, maar we doen het niet, Freek.

We zijn de steenbokskeerkring overgevaren. Je voelt er
niks van.

We vissen niet, want er is eten genoeg.

Telefoon. Het is de Go Beyond. Omdat er zich een storm
ontwikkelt voor de kust van Australië, hebben ze hun
plannen moeten veranderen en worden ze gedwongen uit te
wijken naar een noordelijke haven. Bundaberg! Haha.

Zolang die storm niet beslist om ook naar Bundaberg uit te
wijken, gaat het hier dus allemaal goed. So long.

woensdag 27 oktober 2010

Dagboek van een oversteek: Nieuw Caledonië - Australië

Jep, we zijn vertrokken. De laatste etappe van het tweede
hoofdstuk van onze reis 'De Pacific'.

We dachten nog wat langer voor anker te blijven liggen bij
de eilandjes ten noorden van Noumea, maar plots was het
daar: een klein weatherwindowtje om vast te grijpen en te
gebruiken. Het zag er naar uit dat het anders nog langer
wachten ging worden, tot na het weekend. We moeten na 48
uur wel even door een front varen, maar we schatten in dat
het niet zo erg zal zijn. De oversteek van New Caledonie
naar Australie duurt 5 à 6 dagen. We mikken op Bundaberg
als aanloophaven.

De eerste 12 uren zijn weer ellendig. Het is hard
inslingeren op erg hoge golven, elkaar snel opvolgend,
recht op onze bakboordflank. Als 's nachts de wind wegvalt
is onze boot weer helemaal een wasmachine en zijn wij de
wasjes op 30 graden. 25 graden eigenlijk. 't Is koud aan
het worden.

Australië heeft wellicht de strengste douane-, immigratie-
en quarantainevereisten ter wereld. Eerst en vooral al dat
gedoe met die visa. En als dat niet in orde is 1000 dollar
per persoon.

Dan eist de douane van Australië dat we onze aankomst 96
uur op voorhand kenbaar maken. Met alle details over het
schip, crew en inhoud. Als je dat vergeet, of niet weet,
word je voor de rechter gesleept.

En dan zijn er ook nog bijzonder strenge regels over
'stoppen onderweg', vooraleer je in een officiële haven
bent ingeklaard. Je kan er boetes voor krijgen tot 50.000
dollar. Het kustgebied van Australië wordt constant
overvlogen door vliegtuigen van de douane. Meerdere keren
per dag kan een jacht gevraagd worden zijn doen en laten
kenbaar te maken. We zijn al benieuwd.

Quarantaine is nog een ander verhaal. Bijna alle
etenswaren aan boord worden afgenomen bij aankomst om
'pests and diseases' te vermijden. Dat maakt dus dat wij
hier tijdens onze oversteek de hele boot moeten leegeten,
en we hadden nog een dag of acht eten voorzien in plaats
van vijf en bij het leegmaken van de 'bilges' hebben we
nog 't een en 't ander ontdekt.. Brood maken we voorlopig
niet meer, omdat we teveel rijst mee hebben. We eten twee
keer per dag warm nu, en zowat elke twee uur één of ander
tussendoortje. Vandaag passeerden al puddingskes, chocolat
brownies, toastjes met paté en augurken, stokbrood met
brie, paëlla, fruitsla en pindanootjes. Straks eten we nog
spaghetti.

De golven zijn intussen dragelijk geworden en we zeilen
aan een aangenaam gezapig tempo recht op ons doel af.
Smakelijk.

maandag 25 oktober 2010

Op naar Australië !

Goed nieuws, visum van Haike is OK!

We vertrekken uit d haven van Noumea, en gaan nog een beetje rondhangen bij mooie eilandjes hier.

Van zodra we een goed “weatherwindow” hebben, steken we over naar Australie.

Posities zullen te volgen zijn onder “position”…

zaterdag 23 oktober 2010

Port Moselle, Noumea, Nieuw Caledonië

Noumea staat in schril contrast met wat we de laatste weken gezien hebben. Het is een grote en drukke stad, er liggen honderden yachten in verschillende plezierhaventjes, er zijn supermarkten, en auto’s rijden hard over de geasfalteerde wegen. We zijn in een moderne Franse stad. Het enige wat vreemd genoeg niet veranderd is, is het internet. Dat werkt hier ook niet.

De visa-aanvraag van Haïke zit muurvast. We gaan naar de Australische ambassade waar een vriendelijke vrouw ons niet kan helpen. We moeten via internet een aparte aanvraag doen voor de kinderen, dan een mail sturen en afwachten. Terwijl Haïke en de kinderen op uitstap gaan, ga ik naar de MacDonalds. Daar hebben ze het beste internet van de stad, hoor ik zeggen.

Quartermoon

Als ik de laptop openklap in de Mac en op het mcinternet ga en het paswoord mcchicken intik, verslik ik me bijna in mijn vettige mckoffie. Het bovenste mailtje dat ik binnenhaal heeft zo’n rood uitroepteken en is van Sammy en Mike van de Quartermoon. Het heeft als subject: “URGENT - QM lost rig”. Het mailtje was net verstuurd. Ze zijn onderweg naar hier, we verwachten ze vandaag.

Guys,

we are both ok but have dumped entire rig into the drink - FUCK!

Pls can you let coastguard / police etc know that we are expected in case anything goes worse? tried CH16 on handheld (no ship VHF anymore) and no response to pan pan - will keep trying.

we are at: 21.47.54 S 166. 46.35 E COG: 110M SOG: 5 knots for havannah pass. eta at pass @ 5pm. abt 35 nm out.

were beating in 19 knots when tie rod tore up thru deck so we have a hole but have stemmed leak with cushions - no need for assistance yet...

phone will stay on.

Hopefully see you soon, M n S.

Een mast verliezen is een nachtmerrie voor iedere zeiler. En dan nog eens een gat in de boot! Ik ren zo snel ik kan naar de lokale reddingsdienst en contacteer het Marine Rescue Coördination Centre van Noumea. Ik geef alle info door en vraag hen of ze Quartermoon willen bellen op hun satelliettelefoon. Dat doen ze onmiddellijk.

Een half uur nadat ze hun mail verstuurd hadden, hebben ze nu contact met de MRCC en zullen ze gemonitord worden tot ze veilig tot Port Moselle zijn gemotord. Gered door een mailtje… Ze moesten een mail sturen, omdat ze het landnummer niet konden vinden van Nieuw Caledonië. Dat stond in geen enkele gids die ze mee hadden aan boord…

De volgende middag komen Sammy en Mike toe in de jachthaven Port Moselle. Het is een triestig zicht om de Quartermoon te zien binnenvaren met een stompje mast. We vangen hun lijnen op aan het dok. Er wordt gehuild. Ze zijn er allebei niet goed van. Ook wij niet. Het doet pijn als je de droom van een ander ziet stuk gaan. Net op het einde, want Sammy en Mike waren bijna thuis, in Australië. Een nieuwe mast laten plaatsen duurt hier minstens twee maanden, en dan is het te laat om over te varen, vanwege het hurricaneseizoen.

Wat later zitten we op hun boot alles met hen mee te verwerken (met een fles rum). Ze doen uitgebreid hun verhaal. Mike lag net in zijn bed toen hij een geweldig gekraak hoorde. De aanhechting van de stuurboordstag was benedendeks losgekomen en  door het dek naar buiten geschoten. De mast viel met alle zeilen langs bakboordzijde in het water. Mike was erin geslaagd om binnen de drie minuten de dikke metalen stagen door te snijden. Dat was cruciaal, omdat een mast in het water door de golven een gat in de boot kan slaan. Hoe sneller die mast los is en naar de bodem zinkt, hoe veiliger. Mike gebruikte daarvoor een … Hup, ik heb het voor: enkel het Engelse woord kennen… Mike gebruikte daarvoor een “anglegrinder”.  “Une meuleuse” in het Frans. Hoe heet zo’n ding in het Nederlands? Een slijpschijf, denk ik. Een slijpschijf op batterijen met een dunne schijf erop om roestvrij staal door te snijden. Wij, en de meeste andere jachten, hebben een grote tang aan boord om stagen door te knippen. Ik heb dat ooit een keer geprobeerd, zo’n stag doorknippen, en weet dat het geweldig zwaar is. Een dag later ben ik ook zo’n slijpschijf op batterijen gaan kopen en ik ga het vanaf nu elke wereldzeiler aanraden. En als het niet van pas komt om stagen door te zagen, is het een uitstekende tool om een machete vlijmscherp mee te slijpen.

Soit, we zitten dus samen met de Go Beyond en de Ghost op de Quartermoon die fles rum leeg te zabberen.  Een paar uur later liggen we te gieren van het lachen met grappen als: 'you should change the name of your boat to Quartermast!"...

‘s Anderendaags zijn Sammy en Mike helemaal over hun shock heen en zijn ze al volop bezig met hun toekomstplannen.

Grande Terre

Het hoofdeiland van Nieuw Caledonië heet Grande Terre. We huren twee dagen een auto en gaan op pad. Schitterend, de natuur hier. Weer helemaal anders dan de andere eilanden in de Pacific. Nieuw Caledonië kreeg zijn naam omdat het aan Schotland (Caledonië) deed denken. Dat is echt zo. En soms leek het ook op Canada. Machtig!  En het is groot, dat eiland hier. Gisteren reden we meer dan 700 kilometer, en geraakten maar halverwege naar het noorden… Maar het was een prachtige tour.

Samenscholing

Het heeft iets speciaals, in Noumea liggen. Het is de laatste stop voor Australië, en dat betekent dat we veel bevriende boten zien, die ook liggen te wachten op het geschikte moment om over te steken. Het volgende weatherwindow dient zich ten vroegste volgende dinsdag aan. Gelukkig niet vroeger want Haike heeft haar visum nog altijd niet.

dinsdag 19 oktober 2010

Briefje van Flor aan Mika, onze hond

Dag Mika

Hoe gaat het met jou? Ik mis je wel veel. Speel je veel met Finn? Heb
je al een nieuwe Miss Piggy? Laat je soms nog scheetjes als je blaft?
Eet je de boterhammen van de tuinman nog op? En ben je veel verdikt?
Geeft Opa je veel lekkere dingen?

Nu ga ik stoppen.

Groetjes,

Flor

Brief van Ward aan Loetje en Bea, geschreven tijdens de tweede en derde dag van de oversteek van Vanuatu naar Nieuw Caledonië

Beste Loetje en Bea,

Vandaag (16/10/10) 2de dag van de oversteek van Vanuatu naar Nieuw
Caledonië. Land in zicht. Eindelijk na een hevige tocht maar toen we
een halve mijl van de haven van Lifou waren hadden we beslist verder
te gaan maar eerst sprongen Flor, mama en ik in het water om wat af te
koelen. Het was heerlijk en het was 2000 meter diep. Diep hé!? Voor de
rest nu nog een nachtje op de zee slapen en dan zullen we volgens de
berekeningen om 14 uur 's middags toekomen. Joepie.

17/10/10 Yes, we zijn er en er is hier een grote jachthaven met
superveel boten. Wel 200. Echt veel hé! Het was een lekkere hele hete
zon. We hebben de Moo in het water gelegd en nog even gezwommen. Dan
hebben we bezoek gekregen. 's Avonds zei papa dat het ging regenen
morgen.

18/10/10 En zo was het ook. Ik ben wakker geworden om 6 uur of zo en
het regende. Ik kan het weten want nu om 6u 's morgens zit ik jullie
een brief te schrijven!!! Voor de rest nog wat in mijn schetsboek
tekenen en dan wachten tot papa en mama wakker worden en we kunnen
eten. Grrrrrrrggggg. Oh, sorry, ik heb honger. Hahaha.
9u: Joepie we hebben pannenkoeken gebakken voor ontbijt en het was
super lekker. Flor, Sepke en ik hebben ze zelf gebakken en het was
SUPER !

Groetjes,

Ward.

Brief van Sepke aan Oma en Opa, geschreven tijdens de eerste dag van de oversteek van Vanuatu naar Nieuw Caledonië

Liefste Oma en Opa,

Ik heb je beloofd om een lange brief terug te schrijven en hier komt ie dan.

Deze ochtend om 5 uur zijn we vertrokken uit Vanuatu. Papa had
gisteren gezegd dat het tegen de wind in was en dat de golven van
vooraan gingen komen. Dus maakte ik alles vast in mijn kamer. Want als
ik dat 's ochtends moest doen was ik al direct zeeziek. Dus maakte
papa om 5 uur de boei los terwijl wij nog allemaal lagen te slapen.
Toen ik de motor hoorde starten wist ik dat we vertrokken naar
Nieuw-Caledonië. De motor bromde en A Small Nest vaarde uit. Zalig. Ik
werd weer wakker en de boot ging op en neer. Het was net een wieg,
maar toch kon ik niet meer slapen. Ik was benieuwd waar de jongens
waren. De jongens lagen buiten. En papa was ook wakker. Mama lag te
slapen. De jongens hadden genoeg buiten gezeten en gingen in hun kamer
nog wat slapen. Ik vroeg of ik mee mocht komen slapen en dat vonden ze
geen probleem. Ik legde me naast Ward en Flor lag naast Ward.
Gezellig. Mama was wakker geworden. En papa had de vislijn uit
gesmeten. Papa had zo zin in pannenkoeken en vroeg aan mama of ze
pannenkoeken wou bakken. Joepie!!! Mmmm! De pannenkoeken waren zeer
lekker.

Papa ging gaan lezen. Mama ging op de wacht staan en wat lezen. Ward
ging een film kijken met Flor. En ik las buiten mijn boek uit. Flor
had genoeg gekeken en ging gaan slapen. Hij was een beetje zeeziek.
Ward kwam buiten zitten. Ik had mijn boek uitgelezen en legde me effe
neer. In geval dat ik zou kunnen slapen. Ward viel na een tijdje in
slaap. En papa kon zijn slaap ook niet meer trotseren en viel ook in
een diepe slaap. Ik kon niet slapen en begon dus aan een nieuw boek.
Na een hele tijd werden papa, ward en flor wakker. Het was ondertussen
4 uur geworden. Mama haalde frambozen tevoorschijn en we aten ze
allemaal op. Mama had gezegd dat het een rustdag was en daarom mochten
we een film kijken. Je weet wel wat ik ga schrijven: we keken weer een
film. Na de film ging ik buiten aan het stuur zitten en keek hoe
schuin we gingen. Toen besefte ik dat we al gans de dag zo gingen en
ik was niet eens bang. Het was prachtig, de zon ging onder. Ik bleef
daar nog effe zitten en dacht toen: ik schrijf een brief naar Oma, Opa
en Mika. Mijn brief loopt nu ten einde. Ik vond het een lange maar
leuke dag.

Groetjes,

Sepke
XXX

PS: Ik weet al een volgende brief maar dat blijft nog een verrassing.
PPS: We hadden helaas geen vis beet.

zondag 17 oktober 2010

Noumea, Nieuw Caledonië

We zijn er. In Noumea. Nieuw Caledonië. De laatste stop vooraleer we Australië bereiken.

Uit Port Villa varen om 5 u ‘s morgens. De eerste halve dag rotgolven, scherp aan de wind varen. Daarna kunnen we halve wind, aan een pittig tempo, op vol tuig doorzeilen. Heerlijk. Champagnezeilen! We schuimen tussen de 7 en de 8 knopen door de Pacific.

We spelen tot de volgende middag kat en muis met de Noorse boot Go Beyond. Zij zijn iets minder lang dan onze boot, maar hebben wel een klapschroef, dus dat maakt het altijd spannend om tegen hen te zeilen. Het plan was om in Lifou te stoppen.

De Go Beyond heeft een persoonlijke Noorse weerman die hun passages in de gaten houdt. We zouden het nooit zelf doen, zo’n persoonlijke weerman nemen (en we zouden het ook nooit kunnen betalen), maar als je in de buurt van zo’n weerman-boot vaart, krijg je ineens ook de meest accurate weerinfo. Hoe stoer ik ook in yachtclubs aan de toog predikte: “You don’t need a weatherman to know which way the wind blows”, tegen alle weermanzeilers, moet ik nu eerlijk bekennen: het is lekker precies te weten wat je te wachten staat. Althans, als het gratis is. Nu, die Noorse weerman liet ons weten dat we beter konden doorvaren naar Noumea in plaats van te stoppen in Lifou.

Plannen veranderen met twee boten tezamen gaat iets minder vlot als je te maken hebt met beleefde Noren en beleefde Belgen die van plan zijn vrienden te blijven. Toen we in de baai van We (Lifou) aan het cirkelen waren, beslisten we om door te varen. Tijdens dat beslissingsproces kreeg de Go Beyond een ware yellow fin tuna aan de haak. Een grote. En omdat we gingen verder varen en die tonijn veel te groot was voor hun frigo, werd operatie “yellowfintuna van Go Beyond naar Small Nest” ingezet. Kwam erop neer om Haïke aan een touwtje achter onze boot te hangen, de Go Beyond dichter te laten varen naar Haïke aan het touwtje, de helft van de vis in een plastic zak naar Haïke te gooien en Haike en de vis dan gewoon terug binnen te halen op Small Nest met het touwtje. Wat we vergeten waren is dat Haïke bijna verdronk toen ze met één hand 3 kilo vis boven het water moest houden, met de  andere hand het touw moest vasthouden, er golven over haar sloegen en ze ondertussen ook nog eens moest zwemmen. Ze ging een paar keer onder. En ze riep iets. We hebben haar toen maar heel snel binnen getrokken aan dat gele touwtje. Ik was niet zeker of ze verkrampte of aangevallen werd door een haai of ander zeemonster. Ik trok zo hard aan het touw dat er iemand achter had kunnen waterskiën. Haïke ging meer onder dan ze boven water was, maar de vis heeft ze niet gelost. Een kwartiertje later zat ze nog wat zeewater uit te kuchen, maar was haar bijna-dood-ervaring verwerkt. We hebben er weer wat uit kunnen leren.

Even later cirkelden de dolfijnen rond onze boten. Niemand zal luidop zeggen dat je dan denkt dat die dieren er écht zijn om mensen te redden. Ze voelen het toch, denk ik. Ik zal het ook nooit zeggen. Maar heb het wel geschreven, haha.

Vroeger zouden we nooit de “rek” gehad hebben om na een geplande dag, nacht en halve dag zeiltocht er nog eens een volledige dag en nacht bij te doen, zonder de geplande tussenstop. Nu doen we dat gewoon. We zijn zeewezens. Bootmensen. Klutsende Nomaden. Vikings. De volgende 180 mijl verpulveren we wel.

Sea Level & Endless Summer

Het was zes uur ‘s morgens, de volgende dag. Ik deed m’n wacht en we kwamen dichter bij de pas om langs de zuidkant van Nieuw Caledonië binnen te varen. En plots hoor ik een conversatie op de radio. Tussen onze goeie vrienden van de Sea Level en de Endless Summer. We hadden Endless Summer al niet meer gezien sinds Bora Bora en de Sea Level sinds Tonga. Er werd wat afgegierd op de radio’s!  Jim schreeuwde zijn geluk door de radio. “Yeeeaaaaahhhhhhhhh Smaaaaaaaaaaaaaallllllllllllllllllll Nnnnnnnnnnnnnneeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeesssssssssssssssssssssstttttttttttttttttttt!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Yeahhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh!!!!!!!!!!! ”

En dat allemaal op kanaal 16, het noodkanaal, een paar minuten lang. Toen we overschakelden naar kanaal 14, bleef hij door het dolle heen door de radio schreeuwen. Wat een héérlijk weerzien. Toen ze langszij kwamen hebben we heel lang getoeterd. Héérlijk.

Zeven uur later zijn we met ons nieuw gevormd konvooi (Go Beyond, Sea Level, Enless Summer & wij) Port Moselle in Noumea binnengevaren. Ons anker lag 10 minuten op de grond en toen kwam het hele gezelschap aperitieven op onze boot.

Appelchampagne.

Ik heb er al teveel van op om te herinneren of ik op de blog al uitgelegd heb dat ik ondertussen (vraag het aan een ander, ik wil niet opscheppen,  maar voortreffelijke) appelcider kan maken. In Port Villa had ik 5 liter gebrouwen en die was net klaar en gekoeld. Er zijn zes volwassenen (Jim, Kent, Steve, Manjula, Mads en Elin) stiepelzat van onze boot gesukkeld. Eentje (ikke) moest zijn boot nog herankeren, want lag midden in het kanaal van de drukke haven van Port Moselle. Gelukkig drinkt Haïke niet (want die wordt agressief als ze gedronken heeft) (en voor de mensen die Haïke niet kennen: dat is een grapje want ze lust het niet), en konden we na drie pogingen een goed plekje vinden voor de nacht.

Die breekt nu aan. Slaapwel!

donderdag 14 oktober 2010

Port Vila, Efate, Vanuatu – 9 tot 15 oktober 2010

We liggen in de hoofdstad van Vanuatu. Een stuk minder primitief dan de andere dorpen die we bezochten in Tanna en Erromango. Hier is wel elektriciteit. Er staat een groot hotel, er is een jachthaven, ze hebben overal stenen huizen, er zijn supermarkten en bankautomaten.

Hier richten ze zich op de Australische en Nieuw-Zeelandse toeristen die op grote cruiseschepen aangevoerd en in het stadje uitgespuwd worden. Hier adverteert het ene immokantoor naast het andere grote ontwikkelingsprojecten. Ongerepte eilandjes en paradijselijke stranden zullen worden volgebouwd. Over vijf jaar zal het hier wellicht niet meer te herkennen zijn.

We hebben, gelukkig nog helemaal alleen, kunnen genieten van de mooiste watervallen die we ooit gezien hebben. De sjofele musea en tuinen hadden hun onprofessionele charme. We reden rond in oude busjes voor een dollar, …

La Nina

Veel zeilers blijven maar zeggen dat het een ‘El Nino’ jaar is. Dat is het niet. Het is een ‘La Nina’ jaar.  Ik leg het heel bondig en kort door de bocht uit voor de geïnteresseerden (anders schuingedrukte tekst gewoon skippen). ‘El Nino’ en ‘La Nina’ zijn weersystemen die ongeveer om de vier jaar plaatsvinden. Ze worden beiden veroorzaakt door de warme zeestromingen langs de westkust van Zuid Amerika. Als die zeestroming hard stroomt is het een El Nino jaar, als die heel zacht stroomt en zo  de Humboldt stroom vanuit Antartica kan overnemen, is het een La Nina jaar. Soit, om het kort te houden: beide systemen beïnvloeden het normale weer in de Pacific omdat de watertemperatuur verschilt met wat normaal is. Het effect is dat in een El Nino jaar de winden veel gematigder zijn, in een El Nina jaar kunnen ze veel sterker zijn dan normaal. Maar in beide gevallen begint het hurricaneseizoen vroeger. In een ‘El Nino’ jaar is het water warmer rond de evenaar, in een ‘La Nina’ jaar is het  warme water veel zuidelijker gesitueerd…  Op dit moment zijn de temperaturen van het oppervlaktewater van de Pacific rond de evenaar 25 graden, dat is zo’n 4 graden koeler dan normaal. En hier in deze streek is het warmere water dan normaal blijven hangen. En, als er zoveel warm water veel zuidelijker gecentreerd ligt, is de kans veel groter dat er cyclonen ontstaan. Om maar te zeggen: we mogen dit jaar niet te lang in de Pacific blijven hangen als we niet in een hurricane willen belanden. 15 November is de ‘normale’ weer-deadline om in Australië te zijn. We gaan er twee weken vroeger proberen te zijn. Volgende week worden hier in Port Vila de aanlegboeien afgezonken, omdat ze geen jachten meer verwachten. Het geeft ons allemaal een gevoel van op het nippertje te leven (maar we zijn nog mooi op schema, mama).

Naar Nieuw-Caledonië

Morgenvroeg vertrekken we naar Nieuw Caledonië. Van hieruit is dat bijna pal naar het zuiden, dus verwachten we scherp aan de wind te moeten hakken. We plannen een tussenstop op het eiland Lifou, 200 mijl van hier en een deel van de Loyality Islands dat weer een deel is van Nieuw Caledonië. Nieuw Caledonië is dan weer een deel (kolonie) van Frankrijk, dus er wachten ons lekkere kazen, stokbroden en wijn.

Na een weekendje Lifou varen we verder naar de hoofdstad Noumea.

En daar maken we ons dus klaar om onze laatste grote oversteek  (naar Australië) te maken en het tweede grote hoofdstuk ‘De Pacific’ van onze reis af te sluiten.

Nog 1 ding waar bij ons wat stress over bestaat. Onze visa-aanvragen voor Australië. Waar het maar een week duurde om goedkeuring te krijgen voor mijn visa, blijkt er een probleem te zijn met de visa voor Haïke en de kinderen. We hopen het snel opgelost te krijgen in de Australische ambassade van Noumea. Anders kunnen we niet naar kangoeroeland…

dinsdag 12 oktober 2010

Dillon’s Bay, Erromango, Vanuatu – 5 tot 8 oktober 2010

Het is een dagje varen van Tanna naar Erromango. We vertrekken om 6u ‘s morgens, hebben in het begin een ruige zee, maar hoe dichter we bij Erromango komen, hoe rustiger de zee weer wordt.

Om 16u ankeren we in het platte water van de beruchte Dillons Bay. Hier ging de missionaris John Williams in 1839 nietsvermoedend en met niets anders dan goeie bedoelingen en een bijbel aan land. Wat hij niet wist was dat een paar blanke voorgangers het daar eerder te bont hadden gemaakt (Cpt Cook en Peter Dillon). John Williams stapte uit zijn bootje op precies hetzelfde plaatsje waar wij nu ook  aan land gingen. De chief waarschuwde hem dat als de blanke man één stap over een streep in het keienstrand zou zetten, ze hem een kopje kleiner gingen maken. John Williams begreep het niet goed en kwam een beetje dichter om zijn bijbel te tonen. De lokalen hebben hem op het strand de kop ingeslagen, daarna stroomopwaarts meegenomen naar een grote steen, waar ze eerst zijn afmetingen genomen hebben (de inkervingen op de rots zijn nu nog te zien), hem dan in stukken gehakt, gekookt en opgegeten.

Toen tijdens hun feestmaal één van de dorpsbewoners door die bijbel bladerde, kregen ze door dat ze zich vergist hadden. Het half uurtje dat John Williams levend op Dillons Bay was, is nu nog steeds een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van Erromango. Nu noemen de dorpsbewoners hun baai liever Williams Bay, en willen ze de naam veranderd hebben.

Wij worden een stuk hartelijker ontvangen, en het is ook geruststellend te weten dat ze hier sinds 1969 met kannibalisme gestopt zijn. Een oud mannetje waarmee ik twee dagen later aan de praat geraak, herinnert het zich nog, en kijkt me met fonkeloogjes aan. “We called the white people ‘longpigs’”, lacht hij.

De enige andere boot in de baai is de Go Beyond, met de gekke Noor Mads en zijn lieve vrouw Elin. Mads was een autodealer in Noorwegen (Landrover), en dat komt hier goed van pas. De jeep van het dorp werkt niet meer nadat ze de versnellingsbak veranderd hebben. Mads bekijkt het probleem en lost het binnen de vijf minuten op. Het was iets simpels (het versnellingspookje voor 2- of 4-wielaandrijving stond in neutraal), maar de dorpelingen juichen hem toe als hij een toertje met de 4x4 rijdt. Later vragen ze aan hun nieuwe blanke techniek God  om ook een grasmaaier en een generator te herstellen. Het lukt Mads (zelf zegt hij dat hij telkens geweldig geluk heeft en dat het een onnozel probleempje was). Maar hij is de held van het dorp. Geweldig geestig.

Erromango is rijk aan ‘Sandelwood’ of sandelhout, een bepaalde boomsoort die voor zijn parfum bijzonder gegeerd en kostbaar is. Henry is onze gids en toont ons verschillende sandelhoutbomen. De boom kan ‘geoogst’ worden als hij 13 jaar oud is, en is dan zo’n 25 dollar per kilo waard. Het wordt hier continu gekweekt.

Tijdens onze wandeling zien we de vrouwen de was doen in de rivier. Tussen de koeien. Eigenlijk worden we opnieuw overladen door zovele indrukken, dat er geen beginnen aan is om ze te beschrijven.

Als we in een kweektuin van sandelhoutplantjes staan, krijgt Sepke weer een appelflauwte. We dragen haar tot onder een boom, en wat later is ze de attractie van het dorp. Er worden bananen en kokosnoten aangedragen om haar suikers en kokos sap te geven.

‘s Anderendaags viert het dorpje feest. Een soort ‘nationale feestdag’ voor Erromango. Of we aub willen komen. We weten nog niet goed hoe laat. Vanuatu time, you know. Als je lawaai hoort, kom dan maar af.

Om 11u staan we op het grote dorpsplein, zien een ceremonie (kinderen zingen volksliederen terwijl de nationale en provinciale vlaggen worden gehesen). De hoge raad van het dorp (de chief, de verpleger, de priester, de penningmeester en de vertegenwoordigster van de vrouwen) vindt het belangrijk dat we aanwezig zijn. In al hun speeches worden we speciaal aangesproken en we worden mee uitgenodigd om met hen aan tafel te gaan (gewoon bij elkaar op de grond onder de grote boom).

Het is een bijzonder fijne dag. Sepke maakt het rieten tasje af, dat ze in Tanna met Lea begonnen was, met de hulp van de lokale dames. Haïke is de favoriet van drie oude ventjes die enkel Bislama praten, en zich bij elke poging tot conversatie een kriek lachen. De jongens ravotten met de andere jongens, en als wat later in de namiddag de enige televisie in het dorp aangezet wordt, schenken we tot groot jolijt van alle kinderen in het dorp een dvd van Tom & Jerry. De volwassenen die onder de boom van het dorpsplein zitten, moeten telkens lachen als ze de schaterlach van de kinderen horen die in de gemeenschappelijke hut naar de filmpjes kijken.

Later die dag landt er een helikopter op het plein. Het is een privéhelikopter die door de regering van Vanuatu is ingehuurd om deel te nemen aan een search & rescue operatie. Er is de dag voordien een kleine sloep met 13 mensen van Tanna omgeslagen, midden in zee. Tussen Tanna en Aniwa. Vijf jongens konden al zwemmend de kust bereiken. We horen later dat onze goeie vrienden van Sea Level en de Endless Summer de reddingsactie op touw hebben gezet, vanuit Port Resolution. Ze hebben drie mensen uit het water kunnen halen en redden. Vier anderen werden jammer genoeg niet teruggevonden… Als er een degelijke zeereddingsdienst of een rescue coördinatiecentrum in Vanuatu zou zijn, was dit wellicht allemaal niet hoeven gebeuren. We horen van de boten die in de reddingsactie betrokken waren, dat ze niet konden communiceren met de helikopter (die had geen marifoon aan boord) en dat het marineschip van Vanuatu er maar een beetje doelloos tussen voer. Het marineschip kon ook geen drenkelingen aan boord hijsen. Ze moesten daarvoor de hulp inroepen van de Sea Level… Gelukkig nam Steve van de Endless Summer de touwtjes in handen en coördineerde de hele operatie.

Maar dat hoorden we dus allemaal pas later, als we eenmaal in Port Villa waren aangekomen.

Het was een hartelijk afscheid van Erromango. ‘s Avonds na het feest vertrekken we richting Port Villa. Een nachtje varen.

Tanna, 30 september tot 5 oktober 2010

De foto’s van ons heerlijk verblijf op het  eiland Tanna (Vanuatu). Het uitgebreid verslag ervan vind je onder dinsdag 5 oktober.

We reden doorheen heel het eiland van Port Resolution naar Lenakel in de bak van een pick up, we bezochten de vulkaan, je ziet Haike dansen op een feest van de John Frummers en we spendeerden heel wat tijd bij de mensen in de dorpjes rond de baai van Port Resolution…

 

Hierbij ook een filmpje met de jongetjes van Yetukuri die Flor imiteren:

 

Fragment van één van de vele John Frum liederen tijdens hun vrijdagnachtviering:

 

De actieve vulkaan, Mount Yasur:

maandag 11 oktober 2010

Zilt Magazine

… is een fijn maandblad voor zeilers.

We staan in de editie van deze maand, Ziltmagazine nummer 54.

Je kan het exemplaar gratis downloaden op

http://www.ziltmagazine.com/

Veel plezier ermee!

dinsdag 5 oktober 2010

Port Resolution - Tanna - Vanuatu, de voorbije dagen

Dwars door Tanna

Om 7u 's morgens staan we aan het rieten hutje van Johnson
die ons vervoer naar Lenakel regelt. We gaan ons samen met
de crew van de drie andere boten, die hier in de baai van
Port Resolution liggen, inklaren bij de douane en
immigratiedienst. Over de zandweg naast het grasplein komt
ons transportmiddel, een Toyota pick-up, aangereden.
Johnson gaat snel vooraan zitten, naast de chauffeur. De
drie oudste volwassenen krijgen de achterbank toegewezen,
de rest (drie andere zeilers en wij met ons vijf) gaat de
laadbak in. Lenakel is maar veertig kilometer verder,
denken we optimistisch. "Hold on, it can be rough", zegt
Johnson en de chauffeur geeft plankgas over de onverharde
weg, een dikke stofwolk achterlatend over het
rimboedorpje.

Een half uur later zijn we al helemaal door elkaar geschud
in die laadbak en pikzwart van het stof. Maar het deert
niet. Aan 25 kilometer per uur trekt er zich een
adembenemend landschap aan ons voorbij. Jungle, kleine
dorpjes, zwaaiende kinderen, wilde varkens en de
adembenemende asvlakte naast de actieve vulkaan.

Halverwege wordt er even gestopt aan een kraampje en
krijgen we wat versgeplukte pindanoten toegestopt. Haïke
heeft last van haar zwakke rug en kan gelukkig haar
plaatsje in de achterbak voor eentje op de achterbank
wisselen. Na een helse rit van twee en een half uur komen
we in Lenakel aan. De bussel pindanoten in de achterbak is
onaangeroerd, omdat iedereen zich moest vastklampen en
geen nootje kon openkraken.

De eerste stop in Lenakel is de bank. Hier is geen
bancontact en moet je cash geld (US dollars) wisselen voor
Vatu in een groezelige barak met het bordje 'bank' boven
de deur. Binnen staat er een rij van wel vijftig
ni-Vanuatu (zo heten de inwoners van Vanuatu). Toen er na
drie kwartier aanschuiven nog steeds veertig ni-Vanuatu
voor ons stonden, werden we plots, ongevraagd, uit de rij
geplukt. We mochten voor, wat gênant was, maar onze enige
kans om vandaag voor sluitingstijd onze papierwinkel in
orde te krijgen. Terwijl we ons tussen de lange rij
wachtenden naar voor wriemelden, protesteerde iemand
ludiek achter ons: "Put on the boiling water!". Geestig
volk, die ex-kannibalen.

In een klein miserabel kamertje (waarvoor een Belgische
varkensboer nog geen vergunning zou krijgen om er een stal
van te maken) krijgen we onze Amerikaanse dollars
gewisseld aan een ongunstig tarief en met 10% commissie.
Beseffend dat daar niet veel aan te doen valt, maken we
ons uit de voeten en klaren ons wat later in bij de douane
en de immigratiedienst. Ook hier wordt deftig
doorgerekend. Het is opvallend hoe duur Vanuatu is
('taxi', geld wisselen en inklaren samen: 200 US dollar).
De pindanootjes waren wel gratis.

Voor we aan de lange terugweg beginnen, stoppen we nog
even op de markt. Hier komen de vrouwen van over het hele
eiland hun groenten en fruit verkopen en blijven er dag en
nacht zitten tot alles verkocht is. Je kan ook kip kopen
op de markt. Levende. Die liggen met hun poten bij elkaar
gebonden op de grond. Op hun lijf ligt een kartonnetje met
daarop 1000 Vatu (10 dollar).

Geradbraakt komen we om 14u, zwart en onder het stof,
terug aan in ons dorp. We spoelen ons af in zee en gaan de
warmwaterbronnen bezoeken. Op sommige plaatsen langs het
strand is het water zo warm dat je er je voeten kan
verbranden. Wat verder de berg op zien we op verschillende
plaatsen hete stoom uit de grond spuiten. Magisch, zo'n
actief vulkaaneiland…

Johnson wil ons 's avonds nog naar een ceremonie brengen
van de Jon Frum Movement. Zingen en dansen. Van zeven uur
's avonds, de hele nacht lang tot zes uur 's morgens. Het
kost niks en het is maar een kwartier rijden met de
pick-up taxi (die wel zoveel kost als een limo in LA). Nog
een kwartier in zo'n laadbak: dat overleven we wel, denken
we, maar we spreken af om het niet laat te maken omdat we
de kinderen op tijd in bed willen. Om 19u willen we graag
vertrekken, en rond 21u terug zijn.

Later die avond staan we om 21u nog altijd bij het hutje
van Johnson te wachten op onze taxi. 'He will be here any
minute now' herhaalt hij al een uur lang. Maar het
gezelschap is leuk en we vinden het grappig nog iets
straffer ontdekt te hebben dan 'Fiji-time', namelijk
'Vanuatu-time'. Het lachen vergaat ons lichtjes als de
taxirit geen kwartier maar een dik half uur blijkt te zijn
over wegen die nog erger zijn als naar Lenakel… Flor valt
bijna uit de laadbak van de slaap.

Maar wat we dan weer zien is surrealistisch. We komen aan
in het Jon Frum dorpje, waar er door een honderdtal
dorpelingen uitbundig gezongen en gedanst wordt. Eén
gaslamp verlicht het hele gebeuren.

Even iets over die Jon Frum beweging, want het is te maf
om niet te vertellen. In 1934 zaten een paar mannen kava
te drinken. Dat doen ze traditioneel om visioenen te
krijgen en in contact te komen met geesten en voorouders
die hen boodschappen sturen. Die mannen hadden wellicht
bijzonder veel en sterke kava gedronken, toen ze plots een
zwarte Amerikaan zagen verschijnen met de vlag van het
rode kruis. Hij stelde zich voor als 'Hi, I'm John from
America'. Kortweg Jon Frum, dus. De mannen geloofden dat
Jon Frum hen ging bevrijden van het kolonialisme en de
missionarissen die hun tradities in gevaar brachten, en
dat hij hen ging overladen met rijkdom en goederen bij
zijn terugkomst. Dat had hij beloofd. Het wordt dan ook
wel eens de 'cargo-cultuur' genoemd omdat ze dachten dat
die rijkdom ging gebracht worden met cargoschepen. De
aanhangers van het Jon Frum geloof hebben daarvoor in
afwachting verschillende kades aangelegd. Vandaag wachten
ze nog steeds op zijn terugkomst en zingen ze daarom de
hele vrijdagnacht Jon Frumliederen onder de vlag van het
rode kruis… Soit, in essentie niet veel verschillend van
het christelijk geloof, maar wel een stuk grappiger.

Omdat onze taxi blijkbaar nog eens dubbel geboekt was toen
we naar huis wilden, hebben we lang van de optredens van
de Frummers kunnen genieten. Behalve Flor die zonder
moeite door alle luide muziek heen sliep. Tijdens het half
uur terugrijden in de pick-up ontdekte ik, op volstrekt
empirische wijze, de menselijke tolerantiegrens voor
laadbakzitten: 6 uur per dag. Daarna slaan de stoppen door
en word je explosiever dan die actieve vulkaan hier…

Die actieve vulkaan hier, ja. Die we morgen gaan bezoeken.
"Het is maar een uurtje rijden met de taxi", probeerde
Johnson nog. Dat werd zelfs de altijd rustige en
goedlachse Noor Mads van het yacht Go Beyond teveel, en
hij eiste in een Vikingse furie prompt twéé pick-ups en
niemand meer in de laadbak.

's Anderendaags reden we, anderhalf uur later dan
afgesproken, met twee pick-ups naar de vulkaan. Johnson
zat voor het eerst niet vooraan in de passagierszetel. Hij
zat achter ons, alleen, in de laadbak.

Mount Yasur

Mount Yasur is de makkelijkst bereikbare actieve vulkaan
ter wereld. Nu weet ik niet of Johnson dat ook vond toen
we op het onverhard hobbelwegje naar boven reden tot 150
meter van de top van de krater. De rest deden we te voet,
bij invallende duisternis. Onwaarschijnlijk spektakel van
een natuurlijk vuurwerk aan de rand van de krater. Telkens
eerst een luid gerommel, en dan spoten de roodgloeiende
lavabrokken, zo groot als auto's, de lucht in om terug
naar beneden te vallen in een grote lavazee. Adembenemend
ook, vooral door de dikke zwavellucht, die we door onze
mondkapjes naar binnen zogen.

Tijdens de terugweg waren we blij dat we binnen in de
pick-up zaten. Het begon te gieten. Johnson zat met een
paraplu in de laadbak.

Thomson

De volgende dag leren we Thomson kennen. Hij vaart met
zijn zelfgemaakte kano van een boomstronk tussen de
jachtjes en komt gedag zeggen. Hij woont niet in het grote
dorp maar in één van de vier kleinere dorpjes rond de baai
van Port Resolution. In het grote dorp wonen 400 inwoners
en in de vier kleinere dorpjes telkens 100 mensen. Thomson
stelt voor om ons door de kleinere dorpjes te gidsen. In
het verste dorpje merken we dat ze helemaal niet gewoon
zijn bezoek te krijgen van blanken. Eerst reageren ze wat
zenuwachtig en snauwen ze onze gids Thomson iets toe. Hij
weet ze telkens te bedaren en als we er weg gaan, na een
babbel met een vrouw met een baby, krijgen we citroenen en
limoenen mee.

Thomson vertelt dat er vijf dagen geleden een moord is
gebeurd in dat dorp. Een van de mannen heeft een andere in
stukjes gehakt met zijn machete. De politie is de
moordenaar komen halen en hij is overgebracht naar de
gevangenis in Port Vila. Daar hebben ze met metalen staven
zijn armen en benen gebroken. Voor Thomson is dat evident.
Dat doen ze hier met moordenaars, zegt hij.

Nergens is er elektriciteit, noch stromend water. Enig
teken van beschaving is opvallend: velen hebben een gsm,
met ingebouwde zaklamp. Het opladen is een probleem: dat
vragen ze aan de mensen met een auto of aan de yachten.

Een vrouw vertelt ons dat de komst van de gsm veel
scheidingen veroorzaakt heeft. Plots stonden de
verschillende dorpen veel efficiënter met elkaar in
contact en werd de aanwezigheid van een getrouwde man op
vrijersvoeten in een ander dorp al gesignaleerd voor zijn
thuiskomst…

Het laatste dorpje dat we bezoeken is het dorp van Thomson
zelf. Zijn grootvader is er de chief, dus dat wil zeggen
dat onze gids voorbestemd is om in zijn dorp de chief te
worden. Hij toont ons zijn hut en we ontmoeten zijn vrouw
en kinderen. De mensen zijn ongelooflijk vriendelijk.

"En vanavond gaan we kreeften jagen", zegt Thomson. Om 18u
pikt hij ons op aan het strand, en we wandelen een half
uur door de duisternis op smalle paadjes naar een strand
aan de andere kant. We stoppen in nog een ander klein
dorpje, waar maar 40 mensen wonen. Het is er donker, we
horen het gehuil van een baby uit een hutje en een paar
ni-Vanuatu vergezellen ons naar het kreeftenstrand. Een
van hen is Bruno. Hij is de chief van dat kleine dorpje en
ook de baas over de kreeftenbaai. Het waait hard, af en
toe komt er een bui over. Aangekomen op het strand wordt
een vuur aangestoken en maken de acht mannen zich klaar om
in het water te gaan. Vijf locals (uit de kluiten gewassen
jagers) en drie Europeanen (Mads, Thibaut en ik) verdelen
ons in twee groepjes en gaan het water in. En dan gaat het
snel. Ik zwem met de zak anderhalf uur achter Thomson die
de ene kreeft na de andere vangt en de ene vis na de
andere schiet met zijn speer. Op het einde geraak ik bijna
niet meer vooruit door het gewicht van de zak. Totale
oogst: 25 kreeften, 20 vissen en een octopus.

De volgende avond houden we een groot kreeftenfeest op het
strand. Het is een gezellige mix yachties en locals.
Eerder had ik op een blaadje het nationale volkslied van
Vanuatu gevonden in het bislama. Het bislama is een
verbastering van het Engels, fonetisch neergeschreven.
'Nambawan' betekent bijvoorbeeld 'Number one'. En 'brata'
betekent 'brother'. 'Yumi' wilt letterlijk 'You and me'
zeggen, dus eigenlijk 'wij'. 'Yumi brata everiwan'
betekent dus 'wij broers voor iedereen'. We amuseren ons
rond het kampvuur geweldig met het vertalen van hun
volkslied naar het Engels. Ze liggen telkens in een deuk
als we proberen te raden wat elk zinnetje wilt zeggen.
Maar het is gelukt. Hier is het volkslied van Vanuatu, met
zijn vertaling naar het Engels!

NASONAL ANTEM BLONG REPABLIK BLONG VANUATU

Yumi, yumi, yumi, i glad blong talem se
Yumi, yumi, yumi, ol man blong Vanuatu

God I givim ples ia long yumi
Yumi glad tumas long hem
Yumi strong mo yumi fri long hem
Yumi brata everiwan

Plante fasin blong bifo I stap
Plante fasin blong tede
Be yumi I elsem wan wan nomo
Hemia fasin blong yumi

Yumi save plante wok I stap
Long ol aelan blong yumi
God I helpem yumi everiwan
Hemi Papa blong yumi

NATIONAL ANTHOM OF THE REPUBLIC OF VANUATU

We, we, we, are happy to say that
We, we, we, we all belong to Vanuatu

God, give us your bless
We are very happy to be here
We are strong and we are free for him
We are brother for everyone

Different fashion before when we are
Different fashion from today
And we are one
This is the fashion that we are

We know all the job to stay
In the land of us
God help us everyone
Our Father belongs to us


Morgen varen we naar één van de andere eilanden van
Vanuatu, Erromango. Tanna zal voor altijd in onze ziel
gegrift staan.