Om 7u 's morgens staan we aan het rieten hutje van Johnson
die ons vervoer naar Lenakel regelt. We gaan ons samen met
de crew van de drie andere boten, die hier in de baai van
Port Resolution liggen, inklaren bij de douane en
immigratiedienst. Over de zandweg naast het grasplein komt
ons transportmiddel, een Toyota pick-up, aangereden.
Johnson gaat snel vooraan zitten, naast de chauffeur. De
drie oudste volwassenen krijgen de achterbank toegewezen,
de rest (drie andere zeilers en wij met ons vijf) gaat de
laadbak in. Lenakel is maar veertig kilometer verder,
denken we optimistisch. "Hold on, it can be rough", zegt
Johnson en de chauffeur geeft plankgas over de onverharde
weg, een dikke stofwolk achterlatend over het
rimboedorpje.
Een half uur later zijn we al helemaal door elkaar geschud
in die laadbak en pikzwart van het stof. Maar het deert
niet. Aan 25 kilometer per uur trekt er zich een
adembenemend landschap aan ons voorbij. Jungle, kleine
dorpjes, zwaaiende kinderen, wilde varkens en de
adembenemende asvlakte naast de actieve vulkaan.
Halverwege wordt er even gestopt aan een kraampje en
krijgen we wat versgeplukte pindanoten toegestopt. Haïke
heeft last van haar zwakke rug en kan gelukkig haar
plaatsje in de achterbak voor eentje op de achterbank
wisselen. Na een helse rit van twee en een half uur komen
we in Lenakel aan. De bussel pindanoten in de achterbak is
onaangeroerd, omdat iedereen zich moest vastklampen en
geen nootje kon openkraken.
De eerste stop in Lenakel is de bank. Hier is geen
bancontact en moet je cash geld (US dollars) wisselen voor
Vatu in een groezelige barak met het bordje 'bank' boven
de deur. Binnen staat er een rij van wel vijftig
ni-Vanuatu (zo heten de inwoners van Vanuatu). Toen er na
drie kwartier aanschuiven nog steeds veertig ni-Vanuatu
voor ons stonden, werden we plots, ongevraagd, uit de rij
geplukt. We mochten voor, wat gênant was, maar onze enige
kans om vandaag voor sluitingstijd onze papierwinkel in
orde te krijgen. Terwijl we ons tussen de lange rij
wachtenden naar voor wriemelden, protesteerde iemand
ludiek achter ons: "Put on the boiling water!". Geestig
volk, die ex-kannibalen.
In een klein miserabel kamertje (waarvoor een Belgische
varkensboer nog geen vergunning zou krijgen om er een stal
van te maken) krijgen we onze Amerikaanse dollars
gewisseld aan een ongunstig tarief en met 10% commissie.
Beseffend dat daar niet veel aan te doen valt, maken we
ons uit de voeten en klaren ons wat later in bij de douane
en de immigratiedienst. Ook hier wordt deftig
doorgerekend. Het is opvallend hoe duur Vanuatu is
('taxi', geld wisselen en inklaren samen: 200 US dollar).
De pindanootjes waren wel gratis.
Voor we aan de lange terugweg beginnen, stoppen we nog
even op de markt. Hier komen de vrouwen van over het hele
eiland hun groenten en fruit verkopen en blijven er dag en
nacht zitten tot alles verkocht is. Je kan ook kip kopen
op de markt. Levende. Die liggen met hun poten bij elkaar
gebonden op de grond. Op hun lijf ligt een kartonnetje met
daarop 1000 Vatu (10 dollar).
Geradbraakt komen we om 14u, zwart en onder het stof,
terug aan in ons dorp. We spoelen ons af in zee en gaan de
warmwaterbronnen bezoeken. Op sommige plaatsen langs het
strand is het water zo warm dat je er je voeten kan
verbranden. Wat verder de berg op zien we op verschillende
plaatsen hete stoom uit de grond spuiten. Magisch, zo'n
actief vulkaaneiland…
Johnson wil ons 's avonds nog naar een ceremonie brengen
van de Jon Frum Movement. Zingen en dansen. Van zeven uur
's avonds, de hele nacht lang tot zes uur 's morgens. Het
kost niks en het is maar een kwartier rijden met de
pick-up taxi (die wel zoveel kost als een limo in LA). Nog
een kwartier in zo'n laadbak: dat overleven we wel, denken
we, maar we spreken af om het niet laat te maken omdat we
de kinderen op tijd in bed willen. Om 19u willen we graag
vertrekken, en rond 21u terug zijn.
Later die avond staan we om 21u nog altijd bij het hutje
van Johnson te wachten op onze taxi. 'He will be here any
minute now' herhaalt hij al een uur lang. Maar het
gezelschap is leuk en we vinden het grappig nog iets
straffer ontdekt te hebben dan 'Fiji-time', namelijk
'Vanuatu-time'. Het lachen vergaat ons lichtjes als de
taxirit geen kwartier maar een dik half uur blijkt te zijn
over wegen die nog erger zijn als naar Lenakel… Flor valt
bijna uit de laadbak van de slaap.
Maar wat we dan weer zien is surrealistisch. We komen aan
in het Jon Frum dorpje, waar er door een honderdtal
dorpelingen uitbundig gezongen en gedanst wordt. Eén
gaslamp verlicht het hele gebeuren.
Even iets over die Jon Frum beweging, want het is te maf
om niet te vertellen. In 1934 zaten een paar mannen kava
te drinken. Dat doen ze traditioneel om visioenen te
krijgen en in contact te komen met geesten en voorouders
die hen boodschappen sturen. Die mannen hadden wellicht
bijzonder veel en sterke kava gedronken, toen ze plots een
zwarte Amerikaan zagen verschijnen met de vlag van het
rode kruis. Hij stelde zich voor als 'Hi, I'm John from
America'. Kortweg Jon Frum, dus. De mannen geloofden dat
Jon Frum hen ging bevrijden van het kolonialisme en de
missionarissen die hun tradities in gevaar brachten, en
dat hij hen ging overladen met rijkdom en goederen bij
zijn terugkomst. Dat had hij beloofd. Het wordt dan ook
wel eens de 'cargo-cultuur' genoemd omdat ze dachten dat
die rijkdom ging gebracht worden met cargoschepen. De
aanhangers van het Jon Frum geloof hebben daarvoor in
afwachting verschillende kades aangelegd. Vandaag wachten
ze nog steeds op zijn terugkomst en zingen ze daarom de
hele vrijdagnacht Jon Frumliederen onder de vlag van het
rode kruis… Soit, in essentie niet veel verschillend van
het christelijk geloof, maar wel een stuk grappiger.
Omdat onze taxi blijkbaar nog eens dubbel geboekt was toen
we naar huis wilden, hebben we lang van de optredens van
de Frummers kunnen genieten. Behalve Flor die zonder
moeite door alle luide muziek heen sliep. Tijdens het half
uur terugrijden in de pick-up ontdekte ik, op volstrekt
empirische wijze, de menselijke tolerantiegrens voor
laadbakzitten: 6 uur per dag. Daarna slaan de stoppen door
en word je explosiever dan die actieve vulkaan hier…
Die actieve vulkaan hier, ja. Die we morgen gaan bezoeken.
"Het is maar een uurtje rijden met de taxi", probeerde
Johnson nog. Dat werd zelfs de altijd rustige en
goedlachse Noor Mads van het yacht Go Beyond teveel, en
hij eiste in een Vikingse furie prompt twéé pick-ups en
niemand meer in de laadbak.
's Anderendaags reden we, anderhalf uur later dan
afgesproken, met twee pick-ups naar de vulkaan. Johnson
zat voor het eerst niet vooraan in de passagierszetel. Hij
zat achter ons, alleen, in de laadbak.
Mount Yasur
Mount Yasur is de makkelijkst bereikbare actieve vulkaan
ter wereld. Nu weet ik niet of Johnson dat ook vond toen
we op het onverhard hobbelwegje naar boven reden tot 150
meter van de top van de krater. De rest deden we te voet,
bij invallende duisternis. Onwaarschijnlijk spektakel van
een natuurlijk vuurwerk aan de rand van de krater. Telkens
eerst een luid gerommel, en dan spoten de roodgloeiende
lavabrokken, zo groot als auto's, de lucht in om terug
naar beneden te vallen in een grote lavazee. Adembenemend
ook, vooral door de dikke zwavellucht, die we door onze
mondkapjes naar binnen zogen.
Tijdens de terugweg waren we blij dat we binnen in de
pick-up zaten. Het begon te gieten. Johnson zat met een
paraplu in de laadbak.
Thomson
De volgende dag leren we Thomson kennen. Hij vaart met
zijn zelfgemaakte kano van een boomstronk tussen de
jachtjes en komt gedag zeggen. Hij woont niet in het grote
dorp maar in één van de vier kleinere dorpjes rond de baai
van Port Resolution. In het grote dorp wonen 400 inwoners
en in de vier kleinere dorpjes telkens 100 mensen. Thomson
stelt voor om ons door de kleinere dorpjes te gidsen. In
het verste dorpje merken we dat ze helemaal niet gewoon
zijn bezoek te krijgen van blanken. Eerst reageren ze wat
zenuwachtig en snauwen ze onze gids Thomson iets toe. Hij
weet ze telkens te bedaren en als we er weg gaan, na een
babbel met een vrouw met een baby, krijgen we citroenen en
limoenen mee.
Thomson vertelt dat er vijf dagen geleden een moord is
gebeurd in dat dorp. Een van de mannen heeft een andere in
stukjes gehakt met zijn machete. De politie is de
moordenaar komen halen en hij is overgebracht naar de
gevangenis in Port Vila. Daar hebben ze met metalen staven
zijn armen en benen gebroken. Voor Thomson is dat evident.
Dat doen ze hier met moordenaars, zegt hij.
Nergens is er elektriciteit, noch stromend water. Enig
teken van beschaving is opvallend: velen hebben een gsm,
met ingebouwde zaklamp. Het opladen is een probleem: dat
vragen ze aan de mensen met een auto of aan de yachten.
Een vrouw vertelt ons dat de komst van de gsm veel
scheidingen veroorzaakt heeft. Plots stonden de
verschillende dorpen veel efficiënter met elkaar in
contact en werd de aanwezigheid van een getrouwde man op
vrijersvoeten in een ander dorp al gesignaleerd voor zijn
thuiskomst…
Het laatste dorpje dat we bezoeken is het dorp van Thomson
zelf. Zijn grootvader is er de chief, dus dat wil zeggen
dat onze gids voorbestemd is om in zijn dorp de chief te
worden. Hij toont ons zijn hut en we ontmoeten zijn vrouw
en kinderen. De mensen zijn ongelooflijk vriendelijk.
"En vanavond gaan we kreeften jagen", zegt Thomson. Om 18u
pikt hij ons op aan het strand, en we wandelen een half
uur door de duisternis op smalle paadjes naar een strand
aan de andere kant. We stoppen in nog een ander klein
dorpje, waar maar 40 mensen wonen. Het is er donker, we
horen het gehuil van een baby uit een hutje en een paar
ni-Vanuatu vergezellen ons naar het kreeftenstrand. Een
van hen is Bruno. Hij is de chief van dat kleine dorpje en
ook de baas over de kreeftenbaai. Het waait hard, af en
toe komt er een bui over. Aangekomen op het strand wordt
een vuur aangestoken en maken de acht mannen zich klaar om
in het water te gaan. Vijf locals (uit de kluiten gewassen
jagers) en drie Europeanen (Mads, Thibaut en ik) verdelen
ons in twee groepjes en gaan het water in. En dan gaat het
snel. Ik zwem met de zak anderhalf uur achter Thomson die
de ene kreeft na de andere vangt en de ene vis na de
andere schiet met zijn speer. Op het einde geraak ik bijna
niet meer vooruit door het gewicht van de zak. Totale
oogst: 25 kreeften, 20 vissen en een octopus.
De volgende avond houden we een groot kreeftenfeest op het
strand. Het is een gezellige mix yachties en locals.
Eerder had ik op een blaadje het nationale volkslied van
Vanuatu gevonden in het bislama. Het bislama is een
verbastering van het Engels, fonetisch neergeschreven.
'Nambawan' betekent bijvoorbeeld 'Number one'. En 'brata'
betekent 'brother'. 'Yumi' wilt letterlijk 'You and me'
zeggen, dus eigenlijk 'wij'. 'Yumi brata everiwan'
betekent dus 'wij broers voor iedereen'. We amuseren ons
rond het kampvuur geweldig met het vertalen van hun
volkslied naar het Engels. Ze liggen telkens in een deuk
als we proberen te raden wat elk zinnetje wilt zeggen.
Maar het is gelukt. Hier is het volkslied van Vanuatu, met
zijn vertaling naar het Engels!
NASONAL ANTEM BLONG REPABLIK BLONG VANUATU
Yumi, yumi, yumi, i glad blong talem se
Yumi, yumi, yumi, ol man blong Vanuatu
God I givim ples ia long yumi
Yumi glad tumas long hem
Yumi strong mo yumi fri long hem
Yumi brata everiwan
Plante fasin blong bifo I stap
Plante fasin blong tede
Be yumi I elsem wan wan nomo
Hemia fasin blong yumi
Yumi save plante wok I stap
Long ol aelan blong yumi
God I helpem yumi everiwan
Hemi Papa blong yumi
NATIONAL ANTHOM OF THE REPUBLIC OF VANUATU
We, we, we, are happy to say that
We, we, we, we all belong to Vanuatu
God, give us your bless
We are very happy to be here
We are strong and we are free for him
We are brother for everyone
Different fashion before when we are
Different fashion from today
And we are one
This is the fashion that we are
We know all the job to stay
In the land of us
God help us everyone
Our Father belongs to us
Morgen varen we naar één van de andere eilanden van
Vanuatu, Erromango. Tanna zal voor altijd in onze ziel
gegrift staan.
Overheerlijk verhaal.
BeantwoordenVerwijderenJullie raken met alle zintuigen de oermaterie van een land en volk in volle explosie.
Weer een item om nooit te vergeten!
Wat een verhaal! De "bakkies" (pick-ups met laad bak) zijn hier ook heel populair maar das ongeveer de enige gelijkenis die ik kan vinden! Wat maken jullie toch veel mee en komen in contact met zoveel verschillende culturen...
BeantwoordenVerwijderenpetje af, hoor!
Yumi bebi
BeantwoordenVerwijderenarnodin but mammals...