"Dangerous Archipelago" genoemd, omdat vele schepen ze
ontdekten terwijl ze er op de riffen in splinters sloegen.
Voor de gps toegankelijk was voor zeilers, werden de
Tuamotus dan ook gemeden. Maar het blijft opletten
geblazen. Hier is al menige wereldreis geëindigd en dat
vinden wij nog wat te vroeg.
Na vier nachten en drie dagen bereiken we Ahé, één van de
eilandjes van de Tuamotu archipel. Waar onze oversteek in
het begin vooruit ging als een TGV, met een daggemiddelde
van boven de 200 mijl, werd die in het midden grondig
verstoord door een aanhoudende belegering van squalls
(hevige regenbuien met felle wind). En het laatste stuk
werd dan weer gekenmerkt door weinig wind. Daardoor konden
we net niet bij het daglicht van de derde dag op onze
bestemming geraken en moesten we nog een extra nachtje op
zee blijven.
De Tuamotu's bestaan uit meer dan zeventig koraal atollen.
Geen hoge bergen in zee, maar platte riffen in een grote
cirkel, rond een helderblauw reusachtig zwembad, met
witte koraalstranden en palmbomen erop, met hier en daar
een passage om in de cirkel te varen. Het lijkt alsof je
op het topje van een vulkaan binnenvaart en in de krater
ankert. De Tuamotu's zijn vooral bekend vanwege de 175
atmosferische en ondergrondse kernproeven die de Fransen
hier uitgevoerd hebben (op Mururoa en Fangataufa) en ook
omwille van de zwarte oesterparels die de locals, de
Puamotu's, hier kweken. Hier wonen de echte parelduikers.
De oversteek was geestig. De tweede dag hebben we een
grote tonijn gevangen, en de derde dag is er eentje
ontsnapt, de kinderen werken alle drie gemotiveerd aan
hun Frans om nieuwe vriendjes te kunnen maken, Sepke en
Ward hebben 's nachts twee keer een wacht van een uur
gelopen en vonden dat geweldig. Flor had ook die ambitie
maar is met geen stokken wakker te krijgen tijdens de
nacht. Hij is wel elke ochtend om 5u30 uit de veren. En
hij doet dan zijn wacht.
Uit de meer dan 40 atolls die je hier kan bezoeken, moet
je er dan een paar kiezen die je wilt bezoeken. Wij kozen
ervoor om 3 atollen uit te pikken: Ahé, Rangiroa en
Tikehau. Ahé als voorgerecht, omdat een vriend die de
Tuamotus nu al twee keer bezocht per zeilboot, ons
toevertrouwde dat dit het mooiste atol was. Ahé was
bovendien het favoriete atol van de beroemde Franse zeiler
Bernard Moitissier. Rangiroa nemen we als hoofdgerecht,
omdat het de grootste is (veel te doen en ook wondermooi),
en als dessertje kozen we voor Tikehau, een minder bezocht
en charmant atolletje. In elk van de drie blijven we
telkens een kleine week.
Het binnenvaren van de "Passe Reianui" in de atol moet
tijdens doodtij gebeuren (een uur voor of na hoogwater of
laagwater). Doordat we een nachtje extra op zee hebben
doorgebracht konden we dat perfect timen. Met ons gaat het
niet gebeuren: miserie in de pas. Dachten we. Een half uur
voor laag water, zoals gepland, zijn we aan de ingang van
de pas. Als je daar op een verkeerd moment aankomt kan je
5 knopen stroom tegen of mee hebben. En da's niet goed.
Maar wij hadden anderhalve knoop stroom tegen. Gestaag en
voorzichtig gaan we door de pas. Er is 1 moeilijk punt aan
die pas, een drempel die op zijn diepst 3,5 meter is, en
waar we op het zicht (je ziet waar het het diepst is) over
moet. Als je mist vaar je je boot op het koraal. En wat
gebeurt er dan? Net op het moment dat wij in die pas
varen, net voor het moment dat we moeten kunnen zien waar
het diepste punt van die pas is, net op dat moment stort
een squall al zijn agressie over die pas uit. We zagen
geen steek meer door de gietende en striemende regen, de
wind huilde over het dek, en wij konden geen kant op. De
pas is te nauw om te kunnen keren, dus we moesten erdoor.
Volledig vertrouwend op onze plotter en de dieptemeter.
Het hart klopte in onze keel toen we de diepte op een paar
tellen zagen afnemen van 10 meter naar 4 meter. En dan
stopt het plots. We zijn erover. Blind door de pas
gevaren. We hadden het zowel 's nachts kunnen doen.
Wat later ankeren we op 10 meter diep in zand, tussen een
paar koraalrotsen. Niet ver van het dorpje Tenukupata. Er
ligt maar 1 andere boot. Rust. Olé, we zijn in Ahé.
----------------
Den bult
Plots was hij daar, toen we nog in de Markiezen waren, den
bult. Zo groot als een kwartelei. En het groeide en werd
roder. Op de rug van Haïke. In Nuku Hiva is ze naar de
dokter geweest, en hebben we ook het advies gekregen van
een bevriend chirurg op een ander jacht, de Tangaroa. Nog
niet opereren, maar antibiotica slikken tegen de
ontsteking. En de bult bleef. En de kinderen vonden het
niet kunnen dat Haïkes nieuwe troetelnaampje "Bult!" werd.
En dan, tijdens de tweede nacht van onze oversteek in een
hevige squall, is den bult open gesprongen. Ontploft. Ik
zou het geweldig smerig kunnen beschrijven, maar ik ga u
dat besparen. Nu heeft ze geen bult meer, maar een atol in
haar rug en ben ik twee keer per dag verpleegster
wondverzorging. Omdat we geen fysiologische zoutspoeling
mee hebben, koken we zeewater en spoelen we het daarmee.
Hoe 'survival' is dat?
Een bezoek aan het medisch postje in Ahé staat nu bovenaan
op ons programma.
Weer gelukt! Mijn kaarskes doen het nogal hé!
BeantwoordenVerwijderenNeen, weer een staaltje van uithouding, de wil om te lukken en de edele kunst van het zeilen te bezitten...en dan "gewoon: doen!"
Arme Haïke! Alsof er daar al geen atollen genoeg zijn. Laat je toch maar verzorgen.
Mooie foto's van Nest en Co op de blog van de Tahina:
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.tahinaexpedition.com/2010/05/nuku-hiva-and-the-hike-to-vaipo-waterfall.html
Enjoy! (zoals ik al bijna een jaar bezig ben te genieten met het volgen van 'De Nest')
Thierry.
@Thierry: inderdaad fantastische foto's op de blog van de Tahina...(en den bult is zelfs even te zien op de rug van Haike)
BeantwoordenVerwijderenZeg Haike, komen er ook spinnen uit?
BeantwoordenVerwijderenof van die witte wormen?
BeantwoordenVerwijderen